Aan het woord is: Hedy Koopman (47). Zij woont met haar man Marcel en twee dochters (15 en 13) in Lochem. Door het vele hersenletsel dat ze in haar leven heeft opgelopen, kan ze geen prikkels verdragen. Voor mijn ziekte was ik altijd druk. Met mijn kinderen, werk als activiteitenbegeleidster in de zorg, huishouden. En toen moest ik als gevolg van mijn hersenletsel ‘terug naar af’. Ik heb rust in huis heel hard nodig om overeind te kunnen blijven. Ons 'gewone' gezinsleven was dus al ontzettend veranderd in vergelijking met de tijd dat ik nog alles kon. Als gevolg van de lockdown is mijn prikkelarme huis ineens vol enthousiasme en gezelligheid door onze dochters die (logisch) hun draai opnieuw moeten vinden. Voor mij voelt dat als een polonaise die de hele dag om je bureau heen loopt met alle toeters en bellen die je maar kunt verzinnen erbij, en dan in standje aller hardst. Waarbij het de bedoeling is dat je dan rustig moet zien te blijven. Ook voor mijn man en dochters is het heel pittig met een vrouw en moeder die zomaar instabiel kan zijn. Stille strijd Je hoort nu vaak over het missen van sociale contacten, maar weinig over de (stille) strijd van gezinnen binnenshuis zoals de onze om deze plotselinge chaos zo rustig en (geestelijk) gezond mogelijk door te komen. Daarom vind ik het belangrijk mijn verhaal te doen. Er is ook een artikel over mij verschenen op Linda.nl. Ik zeg wel eens: hoe langer 'lang leve de lol' buiten, hoe langer deze strijd in gezinnen binnenshuis is. Ja, wij zouden alle vier zo ongelooflijk blij zijn als het gewone leven met werk en school weer een beetje doorgang kan vinden. Kleine avonturen Met de ambulante zorg heb ik afgesproken dat ik nu mijn energie stop in alleen het voelen wat mij energie kost en waar ik energie van krijg. Dat voelen op zich is al veel voor mij. Dus ik hou het bij de simpele dingen in het leven. Dan hou ik energie over om bijvoorbeeld een klein spelletje te doen of 'gewoon' met elkaar te kunnen eten ‘s avonds. Vaste prik is bijvoorbeeld dat ik met de fiets op pad te ga met onze hond Sella achter in de bak. Dan gaan we de bossen en weilanden in. Heerlijk. Ook wandel ik zeker vijf keer per dag een rondje met haar. Het is zó goed dat ze er is! Voor de kinderen is ze een vriendje om mee te spelen en te praten, maar ze 'leest' mij ook. Ben ik te chaotisch, dan gaat zij ook heen en weer lopen. Ben ik rustig, gaat zij ook liggen. Ze is een mooie spiegel. En een 'excuus' om even naar buiten te gaan op de drukke momenten. Daar komt meestal een mooi fotomoment uit dat ik direct even deel in de WhatsAppgroep van ons gezin, waarmee we elkaar de mooie tussendoormomenten laten zien. Ik vind het goed om te laten weten hoe mooi de wereld om me heen is en hoe ik daarvan kan genieten. Of om te laten weten waar ik nu weer beland ben. Toen Sella laatst naast mijn fiets mee rende, was ze me te snel en vloog ik met de fiets uit de bocht tegen een molshoop aan. Die brak de snelheid, anders had ik tegen een boom gezeten. Misschien klungelig, roekeloos, dom, maar ik kan er zo om lachen dat iets simpels als een molshoop mij en die fiets kon tegenhouden. Heerlijk, die kleine avonturen. Foto’s en video’s maken Van foto’s en ook video’s maken hield ik altijd al. Zo nu en dan kan ik nog wat maken, maar zelfs dat is lastig. Dus ik zoek de middenweg. Het focussen door de camera is een mooie oefening om me te concentreren. Ik moet wel alles in de automatische stand maken, het handmatig instellen is te intensief voor me. Dat geldt ook voor het bewerken op de computer, dat is veel te inspannend voor mijn ogen en brein. Alle vormen van schermen triggeren migraine. Daarom zit ik ook weinig op sociale media. Foto’s maken snel duidelijk waar je mee bezig bent. De mooiste of fijnste momenten deel ik via Instagram of Facebook, om zo contact te houden met mijn sociale netwerk en niet iedereen per se apart te hoeven appen. De vele appjes die ik krijg, zijn ontzettend lief bedoeld, maar voor mij vaak te veel. Als een kroelkip Iets kleins waar ik veel bewuster van geniet dan eerst, zijn bloemen. Mijn dochter Cadine werkt in een bloemenzaak en neemt wel eens iets moois mee naar huis. Ik kan me erover verbazen hoe prachtig bloemen zijn. Ook scharrel ik graag in de tuin, ik ben net onze vroegere kroelkip. Mijn doel is vaak water geven, frambozen opbinden of een dood takje snoeien, maar intussen ben ik snel afgeleid door kleine, mooie, grappige dingen in de tuin. Of ik bedenk me dat het toch wel leuk is om ergens nog een plantje te poten, zaadjes op te scharrelen of te kijken of ergens nog tomaten willen groeien. En we hebben heerlijke plekken in de tuin om me rustig te kunnen terugtrekken. Een boek lezen gaat niet, hooguit een paar krantenkoppen. De letters gaan dansen en de inhoud blijft er niet in. Luisterboeken zijn daarom ideaal voor mij. Creatief bezig zijn vond ik ook altijd al heerlijk. Ik ben ook een heel eenvoudig haakwerk begonnen. Gewoon het zitten met een koptelefoon op en dan onder nadenken de herhalende, simpele handeling verrichten, dat is fijn. De timer, mijn maatje Ik zet steeds de timer, alles doe ik maximaal twintig minuten, anders glipt de tijd weg. Als ik mijn ritme kwijtraak en word geleefd door de adrenaline om me heen, dan word ik opgeslurpt. Dan doet mijn stopknop het niet meer, totdat ik knallende hoofdpijn heb of ontplof. Dat gebeurt helaas soms, ik ben er niet trots op, ik vind ik heel naar. De stand is nu 'rode magneet', dus ik stop, ik ga weer even liggen.
0 Comments
Aan het woord is: Marisa Richelle de Jong (41), Spaanse met Nederlandse ouders, psycholoog van beroep. Marisa is mijn nicht. In Spanje mogen mensen sinds 14 maart alleen voor essentiële zaken zoals boodschappen het huis uit. Wie zich er niet aan houdt, riskeert een boete van 300 tot 1.000 euro. Marisa ontwikkelt nu thuis cursussen over persoonlijke en professionele groei die ze in de toekomst wil geven. Zij heeft de onderstaande tekst geschreven in het Engels (we communiceren in een mix van Nederlands, Engels en een beetje Spaans), ik heb deze vertaald. Spanjaarden zijn doorgaans echte gezelschapsmensen, er is geen feest dat ze niet vieren. En is er geen aanleiding voor een feest, dan verzinnen ze die. In die zin ben ik half Spaans: ik hou van af en toe feesten, maar van nature ben ik iemand die het liefst thuis is. Al voordat we te maken kregen met COVID-19, verveelde ik me nooit en verveeld voel ik me nog steeds niet. Daarom is de huidige verplichting om thuis te zijn voor mij geen straf. Ik hou van me creatief uiten. Ik schilder bijvoorbeeld graag. Ik vind mijn werk er niet uitzien, maar ik vind het leuk om te doen, het ontspant me. Daarnaast studeer ik elke dag op het gebied van psychologie. Dat doe ik voor mijn eigen persoonlijke groei en om professioneel bij te leren. Ook doe ik wat aan yoga en krachttraining om fit te blijven. Daarnaast vind ik het heerlijk om films te kijken. Geen volledige keuzevrijheid meer Ook al hou ik van thuis zijn, het is een feit dat COVID-19 ons de volledige vrijheid heeft ontnomen om te kiezen wat ik wil doen. Het aparte is dat we veel dingen voor lief nemen, totdat een ‘stomme bug’ ons ineens tegenhoudt om de dingen te doen vanuit keuzevrijheid. Nu mis ik dat ik die had. En dat is een eyeopener voor mij. Deze reflectie houdt me bezig tijdens mijn dagelijkse wandeling met de honden. Ik ben bevoorrecht met een groot veld voor mijn huis, want vanwege de COVID-19-restricties mag ik niet verder dan een kilometer van mijn huis gaan. Ik beken dat ik die regel overtreed. Ik wandel verder, maar met angst, me verstoppend onder bomen, bang dat een patrouillerende drone of helikopter me betrapt. Ik heb dus geen werkelijke vrijheid meer. Ook al is er niemand in de buurt, ik mag me niet vrijuit bewegen buiten. Maar ja, als de Spaanse regering ons zou vertellen dat we ons wel wat vrijer zouden mogen bewegen, zoals in Nederland, zouden we dat ook werkelijk massaal doen, zo is de Spaanse mentaliteit. En dat kan niet. Als Spanjaarden hebben we het nodig regels en beperkingen opgelegd te krijgen, omdat we nog niet zo gek veel beschaving hebben. Iedereen was op mijn verjaardag Aan de andere kant waardeer ik de quarantaine om een aantal dingen. Ik was jarig op 16 april en al mijn vrienden waren er! Een aantal jaren geleden had ik ook vrienden uitgenodigd om te komen en had ik geen idee wie er daadwerkelijk zou verschijnen. Dit jaar vond ik dan ook ontzettend fijn. En ik hoefde niet iedereen te trakteren op een biertje, haha! Natuurlijk miste ik wel de knuffels en zoenen, maar die komen zeker nog wel. Contact met familie en vrienden in het buitenland Onze werkelijkheid is veranderd en onze manier van communiceren. Of het beter of slechter geworden is door COVID-19, dat wil ik in het midden laten. Maar het is wel dankzij deze tijd dat ik – via videobellen - sinds lange tijd weer eens echt face-to-face-contact had met Colette. Ik had er eerder niet eens bij stilgestaan elkaar via deze weg te spreken. We stuurden elkaar wel af en toe berichtjes via WhatsApp, Messenger of e-mail, maar dat was het ook. Precies hetzelfde gebeurde met vrienden in de Verenigde Staten. Ik heb een bericht naar ze verzonden dat ik had ingesproken via Messenger. Nu ik er zo over nadenk: kun je ook videogesprekken verzenden? Dat ga ik direct even uitproberen als ik deze tekst heb geschreven. Persoonlijke issues aangaan De quarantaine helpt me ook om te kijken naar een persoonlijk probleem dat ik al langere tijd van binnen voelde en dat ik in de waan van de dag nooit aanging. Ik dacht dat ik er geen tijd voor had. En eigenlijk was het vooral dat ik het verstopte door maar aldoor bezig te zijn. Ik vermeed het. Nu er tijd is, kan ik er niet langer omheen. Nou ja, dat zou wel kunnen, maar ik wil het aangaan. Ik vind het echt tijd om te reflecteren op de manier waarop ik leef, wat ik wil, hoe ik dat wil, waarom dezelfde struggle maar steeds terugkomt. ‘Dat wat je wilt tegenhouden, blijft bestaan. Dat wat je accepteert, zal je transformeren.’ De laatste paar dagen zie ik de dingen wat helderder. Ik verlang naar dingen die resoneren, die overeenkomen met mijn passie, waarden en principes. Zo heb ik ook te erkennen dat er dagen zijn die ik liever vergeet, maar die ik accepteer. Ik weet dat ze er ook bij horen, maar dat ze ook weer voorbijgaan. Eén ding is me heel duidelijk: ik ben verantwoordelijk voor mijn leven. Voor mijn beslissingen en acties. Ik heb wat minder fijne dingen gedaan in het verleden, dat geef ik toe. Maar ik geef mezelf er niet de schuld voor. Ik leef in het moment. Ik wil leren van wat ik niet zo best heb gedaan om een mooier persoon te worden. Ik zit in dat proces. Blauwe of rode pil, welke kies je? Dankjewel voor het initiatief van deze website, Colette. Ik wilde graag zelf schrijven om mijn gedachten en gevoel te ordenen. Daar heeft het me erg bij geholpen. Deze reflectie en emoties uiten heeft voor mij een doel: ik weet dat ik niet de enige ben die zijn of haar demonen aankijkt. Ik wil mensen graag aanmoedigen om henzelf te uiten. Want uiteindelijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. Ik weet dat er mensen zijn in heel nare situaties. Mensen die bijvoorbeeld te maken hebben met problemen met hun partner en/of kinderen. Mensen met zorgen, onzekerheid, angsten, gevoel van onveiligheid, depressie. Tegelijkertijd is het de tijd om aan introspectie te doen en sterker uit deze quarantaine te komen. We kunnen er niet aan ontkomen, zo is het gewoon. Zoals in de film Matrix: wat kies je? De blauwe pil, waarmee je beslist hoe je dag eruitziet, of de rode pil, die je emoties met jou aan de haal laat gaan... Medeleven voor naasten van overledenen Nog een laatste gedachte voor alle mensen die een familielid hebben verloren aan COVID-19. Velen van hen kunnen niet persoonlijk afscheid nemen van hun geliefde. In het nieuws lees ik wat dat betreft veel onmacht, woede, boosheid en verdriet. Heel begrijpelijk. Mijn medeleven gaat uit daar iedereen die dit meemaakt. Liset van Dijk (54) woont in Amsterdam. Zij werkt drie dagen per week als onderzoeker bij het Nivel, Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg. Zij doet daar met name onderzoek naar geneesmiddelen. Daarnaast geeft zij als bijzonder hoogleraar farmaceutisch zorgonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) twee dagen per week les aan apothekers in opleiding. Ruim zes weken geleden zou ik naar Groningen gaan. Ik was toen verkouden. In Noord-Brabant gold al het advies dan niet te reizen en mijn collega’s zeiden ook ‘kom maar niet’. Sindsdien werk ik thuis, want de RuG besloot al snel, na Maastricht en Leiden, om als universiteit helemaal dicht te gaan. Ik vond het in het begin even wennen, vooral ook het videobellen met een groep. En ik moest mijn hele agenda omgooien. Sommige vakken kunnen wel online verlopen, maar stage lopen is nu niet mogelijk. Ik vang studenten op door ze nu een ander keuzevak te laten doen, zodat ze volgend jaar weer door kunnen met stages.
Voor studenten is dit ook een enorme aanpassing. Ik vind het heel leuk om te merken dat ze weinig klagen. Ze passen zich goed aan en leveren alles op tijd in. Een collega van mij gaf voor eerst een online hoorcollege. Een studente schreef in de chat die op het scherm meeliep hoe goed de docent dat deed. Heel directe feedback, zo mooi. Ik ontdek ook nieuwe kwaliteiten van studenten. Ik zit in de werkgroep presentaties en die verlopen nu ook online: studenten maken filmpjes. Dan moet je dingen soms net anders doen dan wanneer je voor een zaal presenteert. Sommigen doen dat verrassend goed. Eentje leek wel Freek Vonk, zo begrijpelijk als hij de winterslaap kon uitleggen, en zo enthousiast en overtuigend. Ik zag hem wel een populair-wetenschappelijk programma presenteren. Veel extra geregel Mijn werk als onderzoeker was in de eerste weken ook hectisch. Ik was van alles aan het omgooien, het was veel geregel, al hadden sommige collega’s nog meer te doen. Normaliter doen we bij het Nivel onder meer onderzoek naar griep om een vaccin voor het volgende jaar te kunnen maken. We werken daarvoor samen met veertig huisartspraktijken, die wangmonsters nemen om griep te testen. Maar huisartspraktijken werden anders georganiseerd: de ene ging zich puur richten op COVID-19, de andere werd juist gesloten voor patiënten met (een vermoeden van) COVID-19. Voor ons werd het een enorme uitdaging om voldoende monsters binnen te krijgen voor het onderzoek naar griep. In jaren niet zo uitgerust Nu ik mijn draai heb gevonden met het thuiswerken, vind ik het heel prettig. Met al het reizen voor mijn werk was het altijd behoorlijk rennen en vliegen. Ik heb me in jaren niet zo uitgerust gevoeld doordat ik nu al zes weken thuiswerk. Voorheen rende ik na mijn werk nog om 20 uur een supermarkt in, nu kan ik tussen de middag of om 18 uur boodschappen doen. De was deed ik altijd in het weekend, nu kan ik op de dag de machine aanzetten en ook tussen mijn werk door de was even ophangen. Ik heb nieuwe routines gekregen. Wat mij betreft ga ik niet terug naar vijf dagen per week reizen. Voorlopig kunnen we ons gebouw van de RuG niet in, want daar worden mensen getest op COVID-19; het ligt aan de achterkant van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ik verwacht daarom misschien wel tot september niet in Groningen te komen. Ook naar Utrecht kan ik niet zomaar, omdat ik net als mijn andere collega’s altijd met het OV reis. Nieuwe dingen ontdekken in de buurt Ik houd niet van gymoefeningen doen. Dansen vind ik wel leuk en dat doe ik nu elke avond een halfuur met de gordijnen dicht. En sinds een week wandel ik elke dag een stukje door de Dapperbuurt in Amsterdam-Oost, waar ik vijftien jaar woon. Het is in het levendige buurtje nog steeds druk op straat, maar de meesten houden zich wel aan de anderhalve meter afstand. Ik zie steeds nieuwe dingen, omdat ik voorheen nooit de tijd nam om te wandelen, ik nam altijd doelgericht alleen de hoofdstraten. Nu neem ik steeds andere zijstraten, mijn rondje is elke dag anders. En in park Frankendael bleef ik altijd aan het begin, nu heb ik het hele park doorgelopen. Het was me nog nooit opgevallen dat er zoveel bloesem was in deze tijd. Ik ontdek sowieso dat er meer bomen en groen in Amsterdam zijn dan ik dacht. En hoe kleurrijk de Indische Buurt bijvoorbeeld is. Ik leg Amsterdam in COVID-19-tijd vast door met mijn mobiel tijdens mijn ommetjes foto’s te maken. Door te fotograferen ga ik ook anders kijken. De foto’s plaats ik op Facebook. Mensen die niet in Amsterdam wonen, reageren dan met ‘wat is Amsterdam eigenlijk mooi’ en ‘dit is zo anders dan het standaardbeeld van de grachten en de Dam’. Dit weekend ben ik voor het eerst mijn wijk uit geweest door een klein stukje te fietsen en dan rond te lopen. Op de koffie met Zoom Ik vermaak me prima alleen thuis, het is een bevestiging voor mij dat ik goed alleen kan zijn. Via Zoom gaan we wel iedere zondagochtend met drie vriendinnen bij elkaar op de koffie, ik heb al via die manier geborreld en zo spreek ik eens per week een andere vriendin. Mijn zus en ik sturen elkaar elke dag een foto. Zij heeft een Eiffeltoren in huis en zet die steeds anders in beeld en ik doe dat met een tulp, ik koop bij een lokale bloemist elke week een bos tulpen. De foto’s plak ik bij elkaar, we hebben er al negentien. Wie weet kom ik ook nog wel verder met een verhaal dat ik al lang in mijn hoofd heb over drie dames waarvan er eentje verdwenen is. Ik kom er niet toe om het uit te werken, daarvoor moet ik nog meer ruimte in mijn hoofd krijgen. Wie weet. Ik ben wel nog even ongeduldig in gesprekken, ik val mensen soms te snel in de rede. Ik kan nu beter trainen om dat te veranderen. Want als we videobellen en ik heb de neiging om iets in te brengen dat ook eigenlijk niet zo belangrijk is, zet ik de microfoon op mute. Dan horen ze me niet. Ze zien mijn mond wel bewegen, maar laten me dan gewoon even gaan en praten verder met elkaar, ze denken ‘laat haar maar even kwekken’. Soms even COVID-19-vrij Normaliter wil ik nieuws over de gezondheidszorg op de voet volgen en daarom wilde ik ook alles weten over COVID-19. Hoe werkt het virus, hoe gaat het in de gezondheidszorg, wat zijn de economische gevolgen, wat zijn de diverse meningen. Maar ik werd zo depressief van het nieuws, dat ik er bewust iets meer afstand van heb genomen. Af en toe neem ik even een middag of een avond COVID-vrij. Dan lees ik de volgende ochtend wel de blog van NRC of NOS. Gevolgen voor andere zorg Het ging me ook wat tegenstaan dat zovelen over elkaar heen duikelen met onderzoeksideeën wat betreft COVID-19. Ik zie wel dat er enorme kansen liggen voor onderzoek, omdat het virus uniek is en ook de lichamelijke en menselijke reacties. Ik wissel er onderzoeksideeën over uit, maar met reserve. Ik heb besloten me vooral te blijven richten op de onderzoeksonderwerpen waar ik altijd al mee bezig was. De manier waarop mensen middelen innemen, therapietrouw, daar ligt mijn hart. En ik wil me richten op de gevolgen die alle aandacht voor COVID-19 heeft voor de andere zorg, want er is steeds meer roep in de gezondheidszorg om ook daarnaar te kijken. Er komen bijvoorbeeld geneesmiddelentekorten aan. Wat gaan die betekenen en hoe kun je ze voorkomen? En een hele belangrijke: wat gebeurt er met de uitgestelde zorg? Het verontrust me dat we nu maar de helft van het gewoonlijke aantal kankerregistraties zien. Sinds kort houd ik me ook bezig met de paramedische zorg, zoals fysiotherapie. Soms kan de paramedische zorg via videobellen doorgang vinden, maar we krijgen straks te maken met een inhaalslag. Hoe gaan we dat doen? We hebben daar wel mooie databronnen voor. Verder zien we bijvoorbeeld een toename aan het gebruik van slaapmiddelen. Daardoor neemt het risico op verslaving toe. Dat signaleren vind ik belangrijk. In de Verenigde Staten is angstmedicatie flink toegenomen. Ik wil kijken of dat in Nederland ook toeneemt. Positief staartje Een interessante ontwikkeling vind ik daarnaast dat COVID-19 ons ertoe zet gebruikelijke processen in de zorg tegen het licht te houden. In vliegende vaart hebben apothekers hun logistieke processen moeten aanpassen om medicijnen rond te gaan brengen. Er is nu noodzakelijkerwijs ook veel meer samenwerking in de zorg ontstaan. Ik hoor al wel dat er gezegd wordt ‘dat blijven we voortaan zo doen’. Dus ik ben benieuwd hoe de zorg gaat veranderen. Ik ben ook blij dat er veel meer nagedacht wordt hoe nodig het is om fysiek bij elkaar te komen voor medische congressen. Ik vind het heel naar dat COVID-19 zo’n enorme klap is voor mensen die er bijvoorbeeld onzeker van worden en hun inkomen verliezen. Het is tegelijk een tijd die ons tot nadenken zet wat we echt belangrijk vinden in de samenleving, onze manier van leven en de economie. Ook dat zie ik als een positief staartje aan deze toestand. |
Copyright © 2020