Aan het woord is: Anna Leest (55). Twee keer eerder had Anna een stuk van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella (in het Spaans 'Camino de Santiago') gelopen. Ze was net naar Frankrijk gereisd om vanaf daar de 'Camino del Norte' (langs de noord-westelijke Spaanse kustlijn naar Santiago de Comostella) te lopen toen corona uitbrak. Ze was vol goede moed, maar moest toch omkeren en steeds meer haast maken om terug in Nederland te kunnen komen. Daarbij werd ze geholpen door haar 'Camino-engel'. Haar verhaal schreef ze op voor de 'Jacobsstaf', een tijdschrift voor en over pelgrims van het genootschap van Sint Jacob. Ik mocht het ook plaatsen op deze website. ![]() Op woensdag 11 maart ben ik vertrokken naar Cahors in Frankrijk, voor mijn derde camino, een wandeling van 3 maanden. Mijn doel is de Franse camino vervolgen en dan de Camino del Norte lopen, langs de noordkust van Spanje, naar Santiago. Het coronavirus heeft Europa dan al bereikt en in Nederland zijn de eerste gevallen bekend. Het geeft me een gevoel van onrust en ik vraag mij af of ik wel moet gaan. Toch ga ik, met twijfel, aan mijn wandeling beginnen. Ik volg de ontwikkelingen via het nieuws uit Nederland en de app van Buitenlandse Zaken, maar die loopt een dag achter met de info. In het zuiden van Frankrijk lijkt nog niets aan de hand. Donderdagavond 12 maart kondigt Macron aan dat de scholen in Frankrijk gaan sluiten. In Spanje zijn de maatregelen al verder en ik weet wat er gaat volgen. Ik overweeg om in Frankrijk te blijven, een periode te overbruggen en verder te lopen als alles is overgewaaid. Mijn familie wil dat ik naar huis kom. Ik heb nog geen haast. Iedere dag dat ik hier kan genieten is meegenomen. En genieten doe ik van de rust, het prachtige Franse landschap, de sfeer in dorpen en stadjes en van de vogels. Die zaterdagavond sluiten de cafés en restaurants in Frankrijk en verderop gaan enkele gites sluiten. Zondagmiddag zie ik op de televisie dat nog 80% van de treinen en vliegtuigen rijdt en vliegt. Ik bedenk dat ik toch maar over een paar dagen naar huis ga. Ik neem aan dat ik nog tijd heb. En de Fransen die ik spreek, geven aan dat het echt geen probleem is, dat ik als pelgrim prima door kan lopen en dat er altijd gites open zullen blijven. Maandagochtend ben ik onrustig, het voelt niet goed om nog een dag rustig te wandelen en ik besluit te gaan liften. Een auto stopt en een vriendelijke dame vraagt waar ik heen wil. Ik leg uit in mijn beste Frans dat ik naar een station wil en uiteindelijk naar Nederland. Ze vraagt zich af of ik daar nog kan komen. De schrik slaat mij om het hart. Ze brengt me naar Moissac, 12 kilometer verderop. Onderweg blijkt dat ze Engels spreekt. Dat scheelt. Ze weet uit ervaring dat je hier moeilijk weg komt. Ze verwacht niet dat er hier nog een trein rijdt. Gelukkig is het stationsloket in Moissac nog bemand en inderdaad: geen treinen. Ik koop een ticket vanaf Montauban voor de volgende dag, het tijdstip van vertrek is onduidelijk. De vrouw wil me naar Montauban brengen, nog 25 kilometer verder. Ze glimlacht als we weer in de auto stappen. Mijn naam is ook Anna, zegt ze. Ze is zó blij dat ze voor mij gestopt is. Ze stopt namelijk nooit voor lifters, maar ze voelde dat ze voor mij moest stoppen. Ik word er emotioneel van: ík ben blij dat ze gestopt is. Ze geeft me haar 06-nummer en drukt me op het hart te bellen als ik alsnog vast kom te zitten. Dan komt ze me halen. Ze heeft een appartement, waar ik kan verblijven. In Montauban zet ze me af bij het station. Ik blijf dankbaar en verwonderd achter. Wat een bijzondere vrouw, wat een engel op mijn pad. In Montauban zijn er zorgelijke blikken bij het loket als ze mijn bestemming zien en ik krijg de vraag of ik niet vandáág kan vertrekken in plaats van morgen. Gráág, als ik maar wegkom. Die middag vertrek ik naar Bordeaux in een bomvolle trein. Daar aangekomen blijkt de aansluiting naar Parijs te zijn geannuleerd en moet ik een trein later nemen. Ik arriveer in Parijs op het tijdstip dat mijn trein vanaf Gare du Nord vertrekt. Dat was de laatste trein naar Nederland voor vandaag. Toch ben ik opgelucht dat ik in Parijs ben, 'bijna thuis'. Op het station zijn alle loketten dicht vanwege corona. Ik vind na een poosje zoeken een medewerker en mijn ticket wordt omgeboekt naar de volgende ochtend. De man vraagt of ik al een slaapplaats heb. Als ik zeg dat ik een hotel ga zoeken, schudt hij zijn hoofd en verwijst hij me naar een collega. De collega schrijft mijn naam en bestemming op een lijst en zegt mij en nog zo'n 20 gestrande reizigers te wachten. Wordt dit mijn eerste overnachting op een station? Na een halfuur komt ze terug en krijgen we een papier met een hotelovernachting. Van de spoorwegen. Klasse! Eenmaal op de hotelkamer krijg ik een appje van een collega met de vraag waar ik ben, want de grenzen van Frankrijk gaan morgen dicht! De volgende ochtend passeert de trein rond 9 uur de Franse grens. 3 uur later gaat de boel op slot. Ik stuur een appje naar Anna dat ik het gehaald heb en bedank haar nogmaals dat ze me geholpen heeft. Ze antwoordt dat ze blij is voor mij gestopt te zijn en dat ik haar moet bellen als ik mijn wandeling zal hervatten. Dat ga ik zeker doen. Mijn Camino-engel.
1 Komentarz
Aan het woord is: Jules Bakker (42). Hij had zijn huis verkocht, bijna al zijn spullen weggedaan en zijn baan als grafisch vormgever opgezegd om op wereldreis te gaan. Halverwege brak hij die vanwege de corona-uitbraak af. ![]() Een jaar lang lente, dat leek me heerlijk. Ik had geen vastomlijnd plan welke landen ik wilde zien, ik wilde steeds na een week of twee verder trekken en zo met het lenteseizoen mee reizen over de aardbol. Maar dat plan heb ik losgelaten, want het is vanwege de verschillende hoogtes van landen en de ligging ten opzichte van de evenaar niet zo dat je zeg maar met de lente mee kunt opschuiven naar het oosten. Na een aantal maanden reizen was ik Taiwan rond aan het fietsen toen ik voor het eerst hoorde over corona. Iedereen droeg mondkapjes. Ik niet, want ik wist niet waar ik er eentje kon kopen en voelde me ook wel veilig met alle bescherming van de anderen. Voor China gold toen al een negatief reisadvies, maar Taiwan stond nog op groen. Ik denk dat ze er allemaal een mondkapje droegen omdat ze eerder zwaar getroffen waren door SARS. Nieuw-Zeeland op slot Vanuit Taiwan ben ik naar Nieuw-Zeeland gegaan. Toen ik er aankwam, was er nog niets aan de hand, terwijl Nederland al vijf weken te maken had met corona. Op een gegeven moment kregen alle reizigers twee dagen de tijd om zich naar een plek te begeven waar ze een paar weken zouden kunnen verblijven, omdat de wegen afgesloten werden. Als ik ergens naartoe wilde gaan, vroeg de politie me onderweg waarheen ik wilde en waarom. Zonder noodzakelijke reden tot reizen werd ik verzocht weer terug te keren. Op supermarkten na was alles dicht en de temperatuur van mensen werd opgenomen. Op dat moment was ik met een reisgenote, een vriendin van mij, en we besloten naar Christchurch te gaan, de grootste stad op het Zuidereiland. Dat leek ons handig, want daar is een internationaal vliegveld. We hadden Zuid-Amerika op het oog. Maar ook Air New Zealand stopte met vliegen en repatriëren bleek nog de enige optie. Diverse vliegtuigmaatschappijen cancelden steeds vluchten. Ik werd er niet onrustig van, maar in het motel waar we zaten, waren ook reizigers die in de problemen kwamen, omdat ze het geld voor de geannuleerde tickets niet op dat moment terugkregen en steeds weer een vlucht boekten in de hoop naar huis te kunnen. Zo bereikten sommigen de limiet van hun creditcard. Dat was wel heel droevig. Mij lukte het uiteindelijk half april om naar Nederland te vliegen. Een vriendin had op Facebook een bericht over beschikbare woonruimte in Haarlem gezien en daar kon ik terecht. Nederland als losgeslagen bende Net weer in Nederland voelde het voor mij als een losgeslagen bende met zoveel mensen op straat, winkels open. Een groot verschil met de strenge lockdown in Nieuw-Zeeland. Daar hielden mensen zich ook strikt aan de maatregelen, ze zijn vanwege de frequente aardbevingen gewend orders van de regering op te volgen. Ik ging er ook gewoon in mee, ik ben geen type dat lastig gaat doen, ik neem het zoals het komt, ik voeg me naar de regels in een land. Misschien heb ik wat dat betreft de beeldvorming rondom de Nederlander in het buitenland wel wat verbeterd, haha. Ik heb er geen mening over wat ik beter vind, de lockdown van daar of hier. Ik heb gewoon niet snel mijn mening ergens over klaar. Ik aanschouw vooral en neem het zoals het komt. Even naast de maatschappij Het eerste halfjaar reizen is me heel goed bevallen en in totaal een jaar weggaan voelde behapbaar, ik mis alles dan één keer. Eén keer de verjaardagen van familie en vrienden, één keer het internationale jeugdbadmintontoernooi dat ik jaarlijks organiseer, één keer het bevrijdingsfestival. Dus ik ga zeker nog een halfjaar op pad. Ik houd een paar websites over de wereldwijde coronasituatie in de gaten, zoals die van IATA. Het eerste land dat opengaat, daar ga ik heen. Maar alleen als er niet allerlei reserveringsregels gelden die toch een quarantainegevoel geven. Ik hoop dat het over een maand of twee, drie mogelijk is. Als het een halfjaar zou duren voordat ik weer weg kan, dan zou ik me nutteloos gaan voelen. Maar voor nu voel ik geen stress over het wachten. Even naast de maatschappij staan voelt wel lekker. Ik ben gewoon blij als de zon schijnt. Het is wel wat saai. Na het vele wandelen hou ik daar inmiddels niet meer van, haha. Bevrijdend Niets te doen hebben hier in Nederland zet me ook niet sterker aan tot nadenken. Hoewel ik de merkwaardigheid van ruim veertig jaar onafgebroken werken wel nog meer begin in te zien. Jarenlang voelde het voor mij als geen keus hebben, het leven was gewoon zo. Maar ik vind het toch wel een erg verstikkend regime wat we onszelf aandoen. Misschien hoort het ook bij de midlifecrisis dat ik daar zo over nadenk. Ik vond het niet niks om dak- en werkloos te worden en als ik mijn wereldreis heb afgemaakt, zal ik ook wel weer met frisse tegenzin aan het werk gaan. Maar als ik erbij nadenk, ook bij weer een vaste woonplek krijgen, voelt het als bij mijn keel gegrepen worden. Het voelde zo bevrijdend om mijn huis uit 1898 te verkopen. Zo begon mijn plan van de wereldreis. Er zou een noodzakelijke, dure verbouwing aan het huis aankomen en ik dacht: met dat geld kan ik ook heel andere dingen doen. Ik zag ook hoe mijn moeder van 72 inmiddels niet meer goed op reis durft en dan denk ik: ik wil niet alleen maar sparen voor later. Eigen plan trekken Het was erg grappig om te ervaren hoe verschillend mensen reageerden toen ik vertelde dat ik mijn baan had opgezegd, mijn huis had verkocht en bijna al mijn spullen had weggedaan om te gaan reizen. De ene helft begreep me totaal niet, de andere helft was heel enthousiast. Bij sommigen had ik ook precies een tegenovergestelde reactie verwacht dan ze gaven, juist enthousiasme in plaats van ontsteltenis of andersom. Ik trok me in ieder geval niets aan van hun meningen, dat is wel echt een voordeel van ouder worden. Dat was ooit wel anders. Toen ik een bedrijfsfiets had gekocht en me afvroeg wat ik er eigenlijk mee zou doen, zag ik in het centrum van Haarlem een vertrekpunt van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Zo kwam ik op het idee: een week later vertrok ik op de fiets daarheen. Ik had bij wijze van spreken nooit verder gefietst dan naar de badmintonclub in Haarlem, dus ik zag de reacties al voor me... Ik vertelde daarom alleen tegen mijn moeder en een paar andere naasten over mijn reisplan. De tocht is niet van spirituele betekenis voor me geweest. Inzichten krijg ik toch elke dag wel. Ik heb een mooie dag als ik lekker heb gegeten en een ooievaar heb gezien, bij wijze van. Ik ben misschien wel onbedoeld bekwaam in mindful zijn. Wel kalmeerde de fietstocht me. Ik kreeg bijvoorbeeld weer een heel ontspannen arm waarmee ik weer in leesbaar handschrift kon schrijven zoals ik het had geleerd van juf Gerda, haha. Ik hoop dat meer mensen zich gaan afvragen of de invulling van hun leven is wat ze willen. Ik ken veel mensen voor wie het goed zou zijn om een tijdje te gaan reizen. Ook om met eigen ogen te zien hoe anderen op de wereld leven en te beseffen dat we in Nederland bij de 3% van de meest welvarende landen horen. Maar, net als bij goede voornemens aan het begin van het jaar, denk ik dat veel mensen veranderingen uiteindelijk niet daadwerkelijk doorvoeren. Ik geloof ook niet in de anderhalvemetersamenleving. We staan gewoon in de pauzestand. Nu we aan het versoepelen zijn, zijn mensen niet meer te stoppen. Aan het woord is: Celeste Neelen (60), zij woont 's zomers en 's winters in Oisterwijk en elk voor- en najaar in Epidavros, Griekenland. Daar heeft ze een retraitecentrum opgezet en in Nederland begeleidt zij mensen in hun persoonlijke en leiderschapsontwikkeling vanuit de organisatie Quinx. Daarnaast is zij mede-initiatiefnemer van het vluchtelingenproject Circles of Connection. ![]() De vraag hoe het met me gaat is niet eenduidig te beantwoorden. Persoonlijk voel ik me goed en ben ik blij met de ruimte die er komt voor nieuwe dingen. Tegelijk ben ik ook erg geraakt dat ik mijn moeder niet echt kan ontmoeten. En ik heb alle groepen moeten cancelen, wat ook voor mensen in Griekenland erg is, ik voel de compassie voor veel mensen die lijden. Een heel palet aan gevoelens. Voorjaar in Nederland, voor het eerst in tien jaar Mijn eigen cadeau voor mijn zestigste verjaardag was om in april een pelgrimstocht in Italië te maken. Begin maart dacht ik nog dat het zou lukken, maar ik zag mijn plannen toch in rook opgaan door corona. En in de huidige maand zou ik in Griekenland zijn, de groepen zaten allemaal vol. Nu zit ik voor het eerst in tien jaar in het voorjaar in Oisterwijk. De groepen voor juni in Griekenland heb ik ook moeten cancelen. Financieel nog geen drama voor mij, ik kan met weinig leven. En ik heb het vooruitzicht in september weer met groepen in Nederland en hopelijk Griekenland te kunnen werken. We hebben het programma al aangepast op anderhalve meter. Misschien ga ik in de zomer wel een paar weken naar Griekenland. Ik heb zelf niet zo'n angst om corona te krijgen. Ik houd me netjes aan de regels en ben nu veel op mezelf. Ik beperk de dagelijkse contacten door met één goede vriendin te gaan wandelen en voor de rest is er veel Zoom-contact. Haar hand vastpakken Dat ik nu in Nederland ben, is ook vanwege mijn moeder. Zij is 93 en heeft Alzheimer. Ze had steeds meer zorg nodig en woont sinds anderhalf jaar in een kleinschalige woonvoorziening. Ik ben blij dat ik er ben, want ze is in een maand erg achteruit gegaan, ik voel dat ze wel eens in de laatste maanden van haar leven kan zitten. Het is voor mijn moeder onmenselijk dat we niet naar haar toe mogen. Het liefst wil ik haar hand vastpakken. Ze herkent ons nog goed. En verstandelijk begrijpt ze wel waarom ik niet mag komen, maar ik moet het steeds weer uitleggen. Ze woont er op zich heel goed, maar nu voelt het als een gevangenis. We FaceTimen en dan vraagt ze vaak ‘wanneer kom je?’ en ‘hoe lang blijf ik nog hier?’ Velen vonden het erg niet naar de kapper te kunnen, maar ik vind dit erger. En er zijn mensen die vreselijk vereenzamen, die depressief worden en ophouden te eten. Ik heb even gedacht om een brief te sturen naar minister De Jonge. Maar ik dacht later: ik kan beter zorgen dat ik een afspraak weet te maken met de directeur van het verzorgingshuis over een manier om mijn moeder toch te kunnen opzoeken. Dat lukte, we mogen nu op tuinvisite komen. Ze mag natuurlijk wel met de mensen in huis gezamenlijk koffie drinken en spelletjes doen, maar dat doet ze niet meer. Ze denkt dat ze besmettelijk is, dat ze corona heeft. Haar energie is ook op, ze ligt veel op bed. Het vreemde aan de situatie schetste laatst een verzorgende. Ze zei me: 'jij mag je moeder niet opzoeken. Ik mag haar voor mijn werk wel geregeld aanraken, maar ik mag mijn eigen ouders niet bezoeken.' Pas als mijn moeder terminaal is zou ik haar wel mogen opzoeken. Ik vind dat de minister meer verantwoordelijkheid bij een verzorgingshuis en de mensen zelf kan leggen, het verzorgingshuis zou individuele afspraken over bezoek moeten kunnen maken. Meer investeren in testen en voorwaarden scheppen voor veilig bezoek in plaats van opsluiten. Blijvend ruimte voor de kunstenaar in mij Nu ik veel minder werk en weinig sociale contacten heb, krijgt de kunstenaar in mij meer ruimte. Voor mijn creativiteit had ik in de afgelopen acht jaar weinig tijd. Nu neem ik die serieus, dat is nieuw. Ik heb besloten drie dagen mijn focus te leggen op werk en de andere dagen te schilderen en schrijven. Op mijn website zie je een aantal schilderijen die ik maakte. Ik vind het ook fijn om thuis te zijn, te vertragen en verstillen. Dat zie ik als de gift van corona. Er is een stroom op gang gekomen in mijn creativiteit en ik wil er blijvend ruimte voor inbouwen in mijn leven. Toerisme als belangrijkste inkomstenbron ingestort De wereld is in twee maanden tijd ongekend veranderd. Wat niet klopt in de maatschappij, komt door corona aan de oppervlakte. Het brengt het beste, maar ook het slechtste in mensen omhoog. In het begin was iedereen erg solidair, mensen overstegen zichzelf. Maar nu keren we alweer wat terug naar de oude tijd, merk ik. Kijk naar de animo om te vliegen. Het zou zo goed zijn voor het milieu om blijvend minder het vliegtuig en de auto te nemen, de natuur komt nu echt tot haar recht. Ik ben daar over aan het nadenken in verband met mijn eigen activiteiten. Want mensen moeten het vliegtuig uit Nederland nemen om bij mij de programma's te volgen in Griekenland. Maar minder vliegen betekent minder werk voor mij daar. Ik ben er nog niet uit wat ik daarmee wil doen. Het nieuwe normaal begint alweer gewoner te worden. Ik voel me nog geprivilegieerd, ik kan wel even zonder geld, maar er zijn ook mensen die al hun financiële reserves kwijt zijn. Zeker in Griekenland. Het was net een beetje uit de crisis gekomen. Het land drijft op toerisme, maar in het voorjaar is er nu helemaal geen business en voor de zomer is het nog maar de vraag. Vandaag sprak ik met een bevriende taxichauffeur in Griekenland. Hij heeft van de staat eenmalig € 800 gekregen, maar hij heeft vrijwel geen ritten meer. Gezien de bezuinigingen in de zorg van de afgelopen jaren in de gezondheidszorg vreesde het land erg voor corona. Daarom gold er al snel een totale lockdown en werd het land afgesloten. Mensen mochten alleen de deur uit voor boodschappen onder voorwaarde dat ze er toestemming voor hadden. Gelukkig is door het snelle, ingrijpende handelen het dodental van corona wel vrij laag. In Epidavros, met circa 8.000 inwoners, is niemand besmet, er zijn maar een paar haarden in Griekenland. Beeldvorming over vluchtelingen veranderen Gelukkig is corona nog niet uitgebroken in de vluchtelingenkampen. Laten we hopen dat het zo blijft, want er is veelal geen stromend water om je handen te wassen en er is op het Griekse eiland Lesbos geloof ik maar één IC-bed bijvoorbeeld. In januari heb ik er voor de organisatie Because We Carry vrijwilligerswerk gedaan, in de kampen Kara Tepe en Moria. Met de groep van toen willen we dat er een nieuw verhaal en perspectief voor vluchtelingen komt. Het zouden gelukszoekers en criminelen zijn. Dat klopt zeker niet, de meesten zijn op de vlucht voor oorlog en geweld. Ik heb ze gezien, ook kinderen, oude mensen. Maar onbekend maakt onbemind. Dus we dachten: wat kunnen we daaraan doen? Hoe kunnen we eraan bijdragen dat er een voedingsbodem wordt gecreëerd dat vluchtelingen welkom zijn? Dat er een humane behandeling is en we uit het denken in ‘ons’ en ‘zij’ gaan. Verbinden met de vluchteling als mens We hebben Circles of Connection bedacht: we koppelen mensen uit Nederland en België aan vluchtelingen. We brengen mensen hier in contact met mensen daar, om dialoog en warme verbinding te ondersteunen, we willen een brug slaan tussen ‘ons’ en ’hen’. Daarbij willen we de mensen daar een stem, een gezicht geven. Door elkaar op een persoonlijker niveau te leren kennen, willen we een nieuw verhaal helpen creëren. Een verhaal over menselijke waardigheid en vriendelijkheid. Twee weken geleden zijn we met een pilotgroepje gestart van zes Nederlanders en zes mensen uit onder meer Afghanistan, Iran en Pakistan. Ik heb de eerste gesprekken met vluchtelingen gevoerd om het project te introduceren en te vragen of ze mee wilden doen. Het was heel ontroerend om te horen hoe ze het waarderen. Over twee weken willen we starten met een nieuwe groep. Ook willen we kijken of we een schoolklasje in Nederland aan een klasje daar kunnen koppelen en of we bekende Nederlanders een tijdje kunnen verbinden aan Circles of Connection. Je kunt op de hoogte blijven door de Facebookpagina te liken. Enorme tweedeling Koning Willem-Alexander zei in zijn speech dat we de tweedeling in de maatschappij nooit normaal moeten vinden. Maar kijk naar vluchtelingen: er is al een enorme tweedeling. Mensen leven in erbarmelijke omstandigheden. Zitten veel te lang vast op de eilanden, zonder basale voorzieningen, zonder menswaardige opvang. In het begin was er nog controle op mensen in nood met patrouilleboten, maar dat is een jaar of twee al afgeschaft en nu lopen mensen grote kans om op zee te verdrinken. Ik vind het bizar dat wij dat goed vinden. Griekenland en Italië roepen om hulp en het antwoord van Nederland is om geld te sturen en weg te kijken. Bang om stemmen te verliezen aan rechtse partijen en dat belangrijker te vinden dan de basisrechten van een medemens. Het antwoord van staatssecretaris Broekers-Knol op de vraag om alleenreizende kinderen op te nemen is daar weer een goed voorbeeld van. Ik hoop dat we niet teruggaan naar normaal, maar dat we er een betere wereld van maken. Meer vanuit verbinding en verbeelding, vanuit een gezond perspectief. |
Copyright © 2020