Aan het woord is: Joyce Wethmar (35), zij woont in Hillegom met haar vriend Jelle, drie katten, twee honden en vier kippen. Drie weekends per maand en de helft van de vakanties zijn de twee kinderen van Jelle van 13 en 11 bij hen. In februari hoorde ik dat ik zes weken zwanger ben. Dat voelde heel bijzonder, want ik heb een ziekte waardoor het niet heel vanzelfsprekend was dat het zou lukken en zeker niet snel. Kennelijk was ik er gezond genoeg voor, zei mijn arts. In de eerste paar weken vond ik het wel spannend. Een mogelijke miskraam ging door mijn hoofd, want ik val vanwege mijn ziekte/vruchtbaarheidsbehandeling in een risicogroep, ik heb een grotere kans op een miskraam. Maar ik leef per dag, ik ga me geen zorgen maken over dingen die niet uit hoeven te komen. Het loopt zoals het loopt. Ik benader het net als mijn ziekte: die heb ik op mijn pad gekregen, omdat ik er iets van te leren had. Miste Jelle bij de twintigwekenecho Wel wil ik voor mijn baby goed zorgen, ik voel een grote verantwoordelijkheid naar ons kindje. Ik probeer steeds de echo elke vier weken te plannen, niet elke twee weken, zoals de arts wil vanwege mijn ziekte. Ik merk dat de geluidsgolven niet zo best zijn. Mijn baby draait er vaak door weg en trapt vanaf een paar uur na de echo nog twee dagen hard in mijn buik. Vanaf het moment van de lockdown tot kortgeleden mocht Jelle niet mee naar de echo, hij moest buiten blijven. Tijdens de twintigwekenecho belde ik hem toen ik op de behandeltafel lag. Hij kon horen hoe de arts vertelde wat ze zag. Ze vertelt heel duidelijk en leuk, dus zo kon hij het toch een beetje mee beleven. En ik maakte tussentijds een filmpje van het beeldscherm, zodat hij daarna toch kon meekijken. Na de twintigwekenecho kreeg ik een envelop mee, die we buiten samen openmaakten. Zo lazen we samen: we krijgen een jongetje. Gedachtekracht Zoals ik in mijn zwangerschap in vertrouwen ben, zo beleef ik ook deze coronatijd. In het begin voelde ik zoveel angst op straat. Ik dacht: ik kan erin meegaan of niet. Ik kan mezelf opsluiten in mijn huis, maar ik heb een keuze. Wat je aandacht geeft, groeit. Angst en verdriet mogen er in mij zijn, maar ik wil er niet in blijven zitten. Ik richt me dan op vertrouwen en voel mijn eigen kracht weer. Ik kies mijn eigen 'wijze' weg. Daardoor voel ik me vrij. Ik doe boodschappen en wandel met de hondjes. Jelle staat er hetzelfde in als ik. Hij is net als ik gevoelig, maar ook niet zo bang. Hij is hoofd technische dienst van een bedrijf. We zijn allebei even erg verkouden geweest. Jelle mocht toen twee weken niet aan het werk zijn. Dat hebben we positief benaderd door een kamer in huis te verbouwen tot kinderkamer. Verder zorgen we goed voor onszelf door gezond te eten. Het nieuws keken we al jaren niet, dat geeft rust. Want er is nooit iets leuks in het nieuws, het gaat alleen maar over wat er slecht gaat in de wereld. We lezen boeken. Ik ben nu bezig in 'Vrije geboorte'. Een prachtig boek, ook als je bijvoorbeeld vanwege eerdere baringspijn twijfelt over nog een kindje krijgen. Bevallen kan echt anders! Wellicht heb je ook iets aan het boek als je niet zwanger bent, want het gaat over in vertrouwen zijn. Iets voorzichtiger Ik moest in de afgelopen maanden een paar keer naar de spoedpost in het ziekenhuis. De laatste keer was drie weken geleden. Ik werd op de gipskamer 'gedumpt', Jelle mocht niet mee naar binnen. Ik ging aan het infuus vanwege een te lage cortisolwaarde, terwijl ik van achter het gordijntje mijn buurvrouw hoorde krijsen. Een drukte van jewelste. Dit soort ervaringen wil ik natuurlijk wel zoveel mogelijk voorkomen. Daarom ben ik wat voorzichtiger. Ik kijk bijvoorbeeld uit bij wie ik op bezoek ga en lig wat vaker om te rusten. En als we met Pinksteren gaan kamperen, gaan we naar een camping op een groot terrein met maar vijftien kampeerplekken en we nemen onze eigen wc mee, dus we komen de andere gasten nauwelijks tegen. Daarnaast hebben we met de ex van Jelle afgesproken hun kinderen twee weken niet te zien. Zijn dochter gaat naar een paardrijkamp en slaapt dan met een ander meisje op een kamer. Ze gaat ook naar school. Omdat nog niet heel duidelijk is in hoeverre kinderen anderen met corona kunnen besmetten, zijn we voorzichtig en ook realistisch. Voorbereiden op bevalling Ik wilde naar zwangerschapsyoga, maar dat kon vanwege corona niet doorgaan. Nu doe ik eens per week mee met een filmpje. Dat geef rust. Wat mij nu ook goed doet, is lopen op 'barefootschoenen'. De voorkant is breder dan bij andere schoenen. Daardoor helpen ze voeten zich weer te vormen zoals ze horen te zijn, zoals we geboren worden, met een bredere kant bij de tenen. De zool is dun, waardoor ik de Aarde beter voel, zonder dat steentjes pijn doen. Ze helpen me meer vanuit mijn hart te leven. Ook gaan we een cursus Hypnobirthing doen om ons kindje rustiger en positiever ter wereld te brengen en hebben we ons een beetje verdiept in een lotusbevalling, waarbij de navelstreng niet wordt doorgeknipt. De baby blijft dan verbonden met alle voedingsstoffen, totdat de navelstreng er vanzelf afvalt. Ik wil graag thuis bevallen, maar dat kan niet, want ik moet aan het infuus. Dan mag Jelle er gelukkig wel bij zijn. Sommige mensen zijn bang dat ze ons kind dan niet mogen vasthouden. Maar Jelle en ik zijn niet zo van ons kind achter het raam laten zien. Ach, we zien wel, het duurt nog zoveel maanden. Wie weet hoe de wereld er dan uitziet. Beter zorgen voor jezelf en elkaar Tijdens mijn zwangerschap keer ik meer naar binnen en coronatijd doet dat nog extra met me. Nu ik weinig sociale afspraken heb, heb ik alle tijd om contact met onze baby te maken. Ook heb ik alle tijd en rust om kwesties in mezelf te zien die ik nog wilde oplossen. En ik sta stil bij de veranderingen die ik opmerk in coronatijd. De lucht is nu vaak knalblauw met wat echte wolkjes, niet met vliegtuigstrepen. Ik realiseer me dan weer erg hoezeer we de natuur verpesten. Het zou zo mooi zijn als we ons er bewuster van worden. Ik vind het zo mooi dat de natuur opleeft, dat is echt heel belangrijk. Ik hoop zo dat we die verbetering vast kunnen houden. Dat we met onze reislust merken dat ook Nederland heel mooi kan zijn. De rust op straat vind ik fijn. Het raasde allemaal zo. Ik zou het mooi vinden als mensen, nu ze meer tijd hebben om te voelen en gewoon te 'zijn', beter voor zichzelf en elkaar zorgen. Ik hoop ook dat we meer oog hebben voor menselijke verschillen en er rekening mee houden. Zo zijn sommige volwassenen en kinderen gevoeliger dan anderen. Ik merk bijvoorbeeld dat de zoon van Jelle met het thuisonderwijs beter functioneert. Hij heeft rust thuis zonder afleiding van andere leerlingen. Op werkvlak zie je ook dat de ene wel vaart bij op kantoor zijn, de ander bij thuiswerken. Ik wens ieder toe dat hij vanuit liefde kan kijken wat de wereld en de mens nodig heeft. Laten we de angst loslaten en vanuit vertrouwen leven dat hetgeen we meemaken nodig is. Wat je aandacht geeft, groeit ♥
5 Comments
Aan het woord is: Jan-Jaap van Peperstraten (42), priester en pastoor in Alkmaar en een paar omliggende dorpen. En, zoals hij op zijn Twitteraccount schrijft, is hij hoopverlener. Ik ben een paar jaar actief op Twitter (@jjvpeperstraten) en ik blog. Mijn volgers vroegen of ik mijn diensten wilde gaan streamen toen ik ze niet meer in de kerk kon geven. Maar er werden diensten op televisie uitgezonden, dus ik vond het niet zo nodig. Toen de vragen een paar weken later nog bleven komen, heb ik m'n tanden op elkaar gezet en ben ik gaan hannesen met mijn mobiele telefoon. Nu geef ik een week of vier diensten via Facebook. Het is wat behelpen, maar voorziet in een behoefte, ik krijg er veel positieve reacties op. Mensen vinden het fijn wekelijks iets van de eigen kerk terug te zien. Doordat ik vanwege mijn activiteiten op sociale media breed publiek heb en veel opvang, juist ook in crisistijd, kan ik dicht bij de belevingswereld blijven. En ik spreek kort en deel mijn preek op in drieën met een rode draad, dat maakt het begrijpelijker. Ik vertel bijvoorbeeld over het Evangelie waarin Jezus zegt 'probeer je bezig te houden met de dag van vandaag, deze dag heeft genoeg aan eigen kwaad'. Het is nergens voor nodig om je druk te maken over wat er in de toekomst moet gebeuren. Zo hou je het behapbaar. Drukst met ziekenzalvingen en uitvaarten Het drukst ben ik in de laatste weken met ziekenzalvingen en uitvaarten. Alkmaar is niet het epicentrum van corona, maar we hebben wel te maken met ruim tweemaal zoveel overlijdens als gewoonlijk. In de afgelopen jaren heb ik honderden keren aan een sterfbed gestaan en uitvaartdiensten geleid. Elk sterfbed is verdrietig, er zijn weinig mooie sterfbedden. Ik ga er wel eens mopperend heen, maar ik kom nooit mopperend terug. Het is heel dankbaar om te doen. Dat doe ik in het moment, ik kan terugvallen op veel ervaring, pas achteraf denk ik er over na. Als iemand met corona te hard achteruit gegaan is en zalving niet meer mogelijk is, geef ik de absolutie (het vergeven van zonden) vanachter glas. Ligt iemand met corona op sterven en kan ik wel het sacrament geven, dan word ik ter bescherming eerst helemaal ingepakt en krijg ik een masker op. Dan ga ik een verzegelde kamer binnen, wetend dat er iemand ligt met een dodelijk virus. Ik laat dat besef volledig los en doe wat ik moet doen, ik wil het 'monster' er helemaal buiten laten. Ik houd het altijd kort aan een sterfbed, want doodgaan is erg vermoeiend. Nu moet ik de gebeden nog korter houden, omdat het met een masker veel moeilijker praten is. Ik krijg niet genoeg adem om lange zinnen uit te spreken én geconcentreerd te blijven. En normaliter ben ik in gewaad duidelijk aanwezig in mijn rol. Nu komt er zeg maar een marsmannetje binnen dat mompelt dat hij de pastoor is. Ik ben er nog niet uit hoe ik daar vorm aan kan geven. Dat is echt zoeken. Waardig afscheid in een halfuur De voorbereiding van een uitvaart moet nu vaak telefonisch gebeuren. Dat vind ik moeilijk, want het is vaak een emotioneel gesprek, zeker als iemand vrij snel na ziek worden is overleden. Bij een uitvaart mag alleen de naaste familie nu in de kerk zijn en de dienst mag maximaal een halfuur duren. Ervoor zorgen dat het in die beperkte tijd toch een mooi en waardig afscheid wordt, vraagt veel ervaring. Op basis van die ervaring kan ik snel schakelen. Ik zie snel wat ik kan schrappen en wat belangrijk is om op in te zoomen. We schakelden in het begin voor overleg ook wel telefonisch met collega's, want sommige vormen en gebeden konden we van elkaar overnemen. Maar ieder heeft ook een eigen stijl en smaak. Meestal schrijf ik gebeden toch zelf, omdat ik woorden van een ander vaak niet bij mij vind passen. Ik leg de nadruk toch nét ergens anders. Nieuwe dagplanning Door de coronatijd ziet mijn doordeweekse dag er heel anders uit. Normaal gesproken ging ik na het ochtendgebed de deur uit om in een omringende parochie een viering te verzorgen en bij te praten met diverse mensen. Zo hoor ik bijvoorbeeld bij wie het goed zou zijn als ik er eens langs zou gaan of even bel. 's Middags ging ik andere vieringen voorbereiden. En ik had één of twee uitvaarten per week. 's Avonds was ik aan het vergaderen. Ook nu sta ik om 7 uur op. De ochtend houd ik vrij voor studie. Mijn vak bijhouden heb ik de laatste vier jaar schandelijk laten liggen. Ik heb meters aan vakliteratuur door te nemen. Daar kom ik nu aan toe en ik ben er heel geconcentreerd mee bezig. Tussendoor kan ik worden opgeroepen voor een zalving of uitvaart. Als ik daarvoor word gebeld, valt alles uit m'n handen. 's Middags bereid ik vaak uitvaartvieringen voor. De vergaderingen zijn weggevallen, ik heb opeens vrije avonden. Ik kan me niet herinneren die veel gehad te hebben. Voor mijn plezier lees ik graag biografieën, niet alleen over geslaagde levens maar ook waar mensen flink in mislukken, ik vind dat troostrijk. Op Goodreads zet ik mijn boekrecensies. Een mooie vond ik bijvoorbeeld de biografie over de Engelse dichter Basil Bunting. Zorgen over weerbaarheid van mensen Ik maak me wel zorgen over de weerbaarheid van mensen in deze tijd. Door verhalen via via en op sociale media merk ik dat veel mensen labieler zijn dan normaal, de draad een beetje kwijt zijn. Ik spreek veel mensen die zich niet senang voelen, omdat ze niet zo productief zijn als normaal. Ik had voor mezelf in de eerste coronaweken gesteld dat het goed was als ik op vijftig procent draaide. Nu zit ik op zo'n zeventig procent en op een stijgende lijn. Ik leef bij de dag. Eerst was 28 april genoemd dat er versoepeling zou komen, toen 1 juni, maar ik zie de kerkdiensten dan eerlijk gezegd nog niet starten. Dus ik heb vooruitkijken helemaal losgelaten. En ik heb een nieuwe dagorde opgepakt. Voordat ik die dagplanning had, zat ik twee weken in een tijdsmoeras, een vormeloze tijd waar ik geen grip op had, ik merkte geen verschil meer tussen ochtend, middag en avond. Ik houd me nu zoveel mogelijk aan mijn dagorde, zodat ik kan terugkijken op een zinvolle dagbesteding. Dat raad ik anderen ook aan. Ik kan me wel goed voorstellen dat het voor jongere parochianen en mensen die ineens van honderdtwintig kilometer per uur naar complete stilstand in hun werk gaan, een moeilijke bocht is. Zeker als je gevoel van eigenwaarde afhangt van werk. Dat doet me denken aan de situatie van mensen die ernstig ziek worden en ineens alleen nog maar bestaan, zijn. Zij komen vaak terecht in een crisis van zingeving. Ze vragen dan “wat betekent mijn leven nog?” Voor die mensen ben ik beschikbaar. Die mensen zoeken ook contact. Controle loslaten Er zijn mensen die uren achtereen coronanieuws kijken en zich veel bezighouden met ziekte-, opname en sterftecijfers. Het is een normale houding om als betrokken burgers mee te kijken en onze mening te hebben. Maar in extreme situaties zoals nu kunnen we niet over de schouders van instanties meekijken en alles in detail volgen. De situatie wordt er niet beter van, we hebben geen grip op wat het virus doet. Die drang om controle te hebben moet je echt loslaten, anders gaat het je volledig beheersen. Ik heb het ook moeten doen. Dat ging makkelijker dan ik dacht. Wat ik zelf doe, daar heb ik controle over. Ik kan elke dag iets zinnigs doen voor een ander of voor mezelf. Daar word ik ook blijer van. Dat kan alleen als je je hoofd een beetje vrijhoudt. Als je in de afgrond blijft staren, ontzeg je jezelf die mogelijkheid. Ik krijg ook DM-berichtjes op Twitter van mensen die bang zijn, zich klem voelen, bang zijn voor complottheorieën rondom 5G of andere buitenissige ideeën. Ik snap het wel, ik wil het niet veroordelen. Maar als je de greep op jezelf kwijtraakt, kan het hard gaan. Behoefte aan zin en betekenis Ik bied verlichting. Ik los de situatie niet op, maar kan het wel draaglijker maken. Veel dingen gaan nu niet volgens plan en dan reageren sommige mensen heel primair. Daarmee leren omgaan vraagt veel geduld en ik neem de emoties waarmee ik geconfronteerd word niet persoonlijk. Dan is het voor mij te overzien. Want ik ben ook een mens, ik voel me niet anders dan anderen in deze sterk veranderde wereld. Ik kan er echter op een andere manier in staan omdat ik een professionele rol heb waarin ik altijd bezig ben met de gevoelens en het gedrag van de mensen om mij heen. Dat gezegd hebbende: ik ben soms ook van mijn à propos en heb nog geen volledig evenwicht gevonden. Ik stimuleer mensen om niet te veel over doemscenario's na te denken. Mensen hebben behoefte aan zin en betekenis. Als je het al gewend bent om te zien naar anderen en ook vanuit een optimistische houding kunt kijken naar mogelijkheden die je hebt, dan is in deze tijd leven iets gemakkelijker. Als je dat niet al doet, zijn bijvoorbeeld complottheorieën over 5G makkelijker te consumeren. Ook een complottheorie geeft een soort zin en betekenis, maar in negatieve zin, je leven wordt er niet beter van. Vijf fasen van rouw Ik heb erg het gevoel dat de irrationaliteit die we nu bij mensen zien, een vorm van rouwgedrag is. Ik herken de eerste drie van de vijf fasen van rouw die psychiater Elisabeth Kübler-Ross beschrijft. Het begint met ontkenning ('het is maar een griepje, dat gedoe allemaal', 'het verandert mijn leven niet, wat er ook gebeurt' of geloven in een wondermiddel tegen corona). De tweede fase is woede (corona is allemaal de schuld van...), gevolgd door de derde fase, marchanderen. Maar je kan niet onderhandelen met een virus. Die fases zijn allemaal tactieken om greep te krijgen op iets waar we geen greep op hebben. We zijn definitief dingen kwijt door deze coronatijd. We hebben overledenen, mensen krijgen gezondheidsproblemen, verliezen werk, of hun huis. Waar ik echt benauwd voor ben, is de vierde fase van rouw: depressie. Ik ben bang dat er wel eens velen het massaal kunnen gaan opgeven. Mensen die zich dan compleet verlamd voelen, niet meer hun bed uit komen vanwege rouw om het verlies van hun naasten, hun baan, toekomst, bedrijf. Ik heb graag ongelijk, maar zie het wel gebeuren. Dat gaat heel moeilijk zijn. Daar moeten we ons ook op voorbereiden. Want we kunnen pas verder als iedereen mee komt, iedereen moet weer perspectief krijgen. Dat vraagt om een collectief proces van de schouders eronder zetten. Een proces waarin we mensen niet meer afrekenen op de vraag of ze wel of geen succes hebben, zoals we dat hiervoor altijd hebben gedaan. Corona is iets dat je succes vernietigt ongeacht of je je wel of niet je best hebt gedaan. Ik hoop dat we in de toekomst anders om zullen gaan met zaken als succes of ongeluk. Dat je je je niet overbodig gaat voelen als je geen succes hebt, maar dat je voelt dat er altijd toe doet, dat je waardigheid niet ligt in wat je allemaal presteert. Als samenleving en als kerk is het van belang dat we een plek bieden voor iedereen, gewoon zoals je bent, juist ook als je depressief bent. Het gaat erom dat we ons niet op prestaties richten, want echt presteren doen nu alleen de mensen in de zorg, regering en andere vitale beroepen. Voor alle anderen geldt: hoe kan ik vanuit een positieve houding mijn leven en dat van anderen zo zinnig en waardevol mogelijk maken? En daar zul je ook van leren. De vijfde fase is de acceptatie. Verlies heeft dan een plek gekregen. Het litteken blijft, maar je kunt verder met leven. Er komen dingen voor ons verlies terug. Maar dan zijn we jaren verder. Over een aantal jaren kunnen we terugkijken hoe corona onze samenleving heeft veranderd. Er is de wereld voor en de wereld erna. Aan het woord is: Hedy Koopman (47). Zij woont met haar man Marcel en twee dochters (15 en 13) in Lochem. Door het vele hersenletsel dat ze in haar leven heeft opgelopen, kan ze geen prikkels verdragen. Voor mijn ziekte was ik altijd druk. Met mijn kinderen, werk als activiteitenbegeleidster in de zorg, huishouden. En toen moest ik als gevolg van mijn hersenletsel ‘terug naar af’. Ik heb rust in huis heel hard nodig om overeind te kunnen blijven. Ons 'gewone' gezinsleven was dus al ontzettend veranderd in vergelijking met de tijd dat ik nog alles kon. Als gevolg van de lockdown is mijn prikkelarme huis ineens vol enthousiasme en gezelligheid door onze dochters die (logisch) hun draai opnieuw moeten vinden. Voor mij voelt dat als een polonaise die de hele dag om je bureau heen loopt met alle toeters en bellen die je maar kunt verzinnen erbij, en dan in standje aller hardst. Waarbij het de bedoeling is dat je dan rustig moet zien te blijven. Ook voor mijn man en dochters is het heel pittig met een vrouw en moeder die zomaar instabiel kan zijn. Stille strijd Je hoort nu vaak over het missen van sociale contacten, maar weinig over de (stille) strijd van gezinnen binnenshuis zoals de onze om deze plotselinge chaos zo rustig en (geestelijk) gezond mogelijk door te komen. Daarom vind ik het belangrijk mijn verhaal te doen. Er is ook een artikel over mij verschenen op Linda.nl. Ik zeg wel eens: hoe langer 'lang leve de lol' buiten, hoe langer deze strijd in gezinnen binnenshuis is. Ja, wij zouden alle vier zo ongelooflijk blij zijn als het gewone leven met werk en school weer een beetje doorgang kan vinden. Kleine avonturen Met de ambulante zorg heb ik afgesproken dat ik nu mijn energie stop in alleen het voelen wat mij energie kost en waar ik energie van krijg. Dat voelen op zich is al veel voor mij. Dus ik hou het bij de simpele dingen in het leven. Dan hou ik energie over om bijvoorbeeld een klein spelletje te doen of 'gewoon' met elkaar te kunnen eten ‘s avonds. Vaste prik is bijvoorbeeld dat ik met de fiets op pad te ga met onze hond Sella achter in de bak. Dan gaan we de bossen en weilanden in. Heerlijk. Ook wandel ik zeker vijf keer per dag een rondje met haar. Het is zó goed dat ze er is! Voor de kinderen is ze een vriendje om mee te spelen en te praten, maar ze 'leest' mij ook. Ben ik te chaotisch, dan gaat zij ook heen en weer lopen. Ben ik rustig, gaat zij ook liggen. Ze is een mooie spiegel. En een 'excuus' om even naar buiten te gaan op de drukke momenten. Daar komt meestal een mooi fotomoment uit dat ik direct even deel in de WhatsAppgroep van ons gezin, waarmee we elkaar de mooie tussendoormomenten laten zien. Ik vind het goed om te laten weten hoe mooi de wereld om me heen is en hoe ik daarvan kan genieten. Of om te laten weten waar ik nu weer beland ben. Toen Sella laatst naast mijn fiets mee rende, was ze me te snel en vloog ik met de fiets uit de bocht tegen een molshoop aan. Die brak de snelheid, anders had ik tegen een boom gezeten. Misschien klungelig, roekeloos, dom, maar ik kan er zo om lachen dat iets simpels als een molshoop mij en die fiets kon tegenhouden. Heerlijk, die kleine avonturen. Foto’s en video’s maken Van foto’s en ook video’s maken hield ik altijd al. Zo nu en dan kan ik nog wat maken, maar zelfs dat is lastig. Dus ik zoek de middenweg. Het focussen door de camera is een mooie oefening om me te concentreren. Ik moet wel alles in de automatische stand maken, het handmatig instellen is te intensief voor me. Dat geldt ook voor het bewerken op de computer, dat is veel te inspannend voor mijn ogen en brein. Alle vormen van schermen triggeren migraine. Daarom zit ik ook weinig op sociale media. Foto’s maken snel duidelijk waar je mee bezig bent. De mooiste of fijnste momenten deel ik via Instagram of Facebook, om zo contact te houden met mijn sociale netwerk en niet iedereen per se apart te hoeven appen. De vele appjes die ik krijg, zijn ontzettend lief bedoeld, maar voor mij vaak te veel. Als een kroelkip Iets kleins waar ik veel bewuster van geniet dan eerst, zijn bloemen. Mijn dochter Cadine werkt in een bloemenzaak en neemt wel eens iets moois mee naar huis. Ik kan me erover verbazen hoe prachtig bloemen zijn. Ook scharrel ik graag in de tuin, ik ben net onze vroegere kroelkip. Mijn doel is vaak water geven, frambozen opbinden of een dood takje snoeien, maar intussen ben ik snel afgeleid door kleine, mooie, grappige dingen in de tuin. Of ik bedenk me dat het toch wel leuk is om ergens nog een plantje te poten, zaadjes op te scharrelen of te kijken of ergens nog tomaten willen groeien. En we hebben heerlijke plekken in de tuin om me rustig te kunnen terugtrekken. Een boek lezen gaat niet, hooguit een paar krantenkoppen. De letters gaan dansen en de inhoud blijft er niet in. Luisterboeken zijn daarom ideaal voor mij. Creatief bezig zijn vond ik ook altijd al heerlijk. Ik ben ook een heel eenvoudig haakwerk begonnen. Gewoon het zitten met een koptelefoon op en dan onder nadenken de herhalende, simpele handeling verrichten, dat is fijn. De timer, mijn maatje Ik zet steeds de timer, alles doe ik maximaal twintig minuten, anders glipt de tijd weg. Als ik mijn ritme kwijtraak en word geleefd door de adrenaline om me heen, dan word ik opgeslurpt. Dan doet mijn stopknop het niet meer, totdat ik knallende hoofdpijn heb of ontplof. Dat gebeurt helaas soms, ik ben er niet trots op, ik vind ik heel naar. De stand is nu 'rode magneet', dus ik stop, ik ga weer even liggen. |
Copyright © 2020