Aan het woord is: Anna Roelofsz (52). Zij woont sinds 2018 met haar man Martijn in het Franse gehucht Cartigny-l'Épinay, in het Normandische departement Calvados. Ze zouden hun bed and breakfast Le Vert Buisson met vier kamers op 1 april dit jaar openen. ![]() Verhuizen naar het Franse platteland was voor mij een eitje vergeleken bij leven met corona, als ik naar veranderingen in mijn leven kijk. Ik had gedacht dat ik me makkelijker zou aanpassen, maar ik heb ontdekt dat ik minder flexibel ben dan ik dacht. We mogen in Frankrijk maximaal één kilometer van huis gaan. Dat betekent dat ik geen wandelroutes meer kan testen, wat ik vaak deed – ook met de bedoeling gasten echt te kunnen adviseren. Een kilometer van hier ben ik nog steeds op hetzelfde landweggetje en nog niet eens bij mijn eerste buurman, zo afgelegen wonen we. Het is wel toegestaan wat verder weg te gaan als je iemand gaat helpen. Dus heb ik laatst ik eieren gebracht naar onze Engelse buren, de volgende keer combineer dat ik dat met een rondje van acht kilometer. Dat mag eigenlijk niet, maar je komt hier sowieso weinig mensen tegen. Officieel moet ik als ik op pad ga eerst een ‘attestation’ printen. Een verklaring waarop ik volledig moet invullen wat ik ga doen en die ik moet ondertekenen. Maar ik heb in vijf weken tijd slechts één keer gendarmerie gezien die erop controleerde. Auto’s hoorde ik al weinig en je ziet nu zelfs geen vliegtuigstrepen meer. Het is nog stiller geworden. Werk kan doorgaan Op 1 april zou onze bed and breakfast (B&B) opengaan. We waren bijna klaar met klussen toen de lockdown half maart begon, toen zijn we wel wat minder hard gaan werken. Binnenkort ga ik ook starten met inrichten, leuk. Financieel hebben we voorlopig geen zorgen, daar ben ik ongelooflijk blij mee. En ik kan als zzp’er les blijven geven in vertalen van Engels naar Nederlands. Dat deed ik al, maar nu dus online. De opleiding heeft het digitale onderwijs in sneltreinvaart uitgerold. Daarnaast vertaal en schrijf ik zelf, dat loopt ook door. Zo houden we het nog wel even vol. Wel mis ik mijn vrienden in Nederland meer. We kennen hier wel al wat Engelsen en hebben normaal gesproken op vrijdagavond een soort buurtborrel, maar nu niet natuurlijk. En als het erop aankomt, heeft iedereen zijn echte vrienden nodig, ik ook. Ik zoek veel vaker online contact met Nederland en ben soms bij Nederlandse digitale borrels. We hebben ook veel lol trouwens. Met vriendinnen in Nederland deel ik in een WhatsApp-groep veel memes en filmpjes, ook cynische grappen. Blijven lachen helpt. Zorgen over familie in buitenland Ik heb geen kinderen, Martijn heeft een zoon in Engeland die net vijftien is geworden. De grote vraag is wanneer Martijn hem in de armen kan sluiten. En ik maak me wel zorgen om de oude, broze ouders van Martijn in Nederland. Zij gaan elke dag zelf boodschappen doen. Ze luisteren niet als Martijn en zijn zus erop aandringen anderen dat te laten doen. Ik snap ook wel dat ze even hun huis uit willen, een boodschap doen is hun enige uitje. De zus van Martijn woont in Engeland en haar zoon werkt daar bij de politie. Als ‘bobby’ maakt hij af en toe hele nare dingen mee in deze tijd. Dat vinden wij best eng, maar hijzelf is een taaie. Arme regio In het algemeen ben ik positief ingesteld, maar soms ben ik somber en lig ik wakker van de donkere tijd waar we met z’n allen in zitten. We wonen in een arme regio. Vooral kleine zelfstandigen - vissers, bakkers, restauranteigenaren - hebben het nu heel slecht. De pizzabus is er wel nog. In Sainte-Mère-Église kun je altijd oesters uit de muur trekken zoals in Nederland een kroketje. Ik mag er nu niet komen, maar ik ben zo benieuwd of dat nog functioneert. Afhaalmaaltijden aanbieden mag, maar de meeste restaurants doen dat niet. Dat komt misschien ook doordat Frankrijk veel minder digitaal is, aan bestelsites en buurtinitiatieven via WhatsApp-groepen doen ze hier niet echt. Dus de meeste lokale ondernemers leven nu van week tot week, verder vooruitkijken kunnen ze niet. De uitbraak in Normandië is veel minder heftig dan in andere delen van het land. Ik snap daarom dat er hier stemmen opgaan om het gewone leven wat meer te kunnen voortzetten. Burgemeesters van gehuchtjes maken zich er hard voor dat de kleinere markten kunnen doorgaan. Dat heeft resultaat, een kwart mag doorgaan, al gebeurt dat niet altijd. De data die president Macron nu heeft bepaald, geven me houvast. Op 11 mei mogen de kinderen weer naar school en mogen de eerste bedrijven open. Tot half juli mogen er geen grote evenementen plaatsvinden en blijven hotels dicht. Op 29 augustus start waarschijnlijk de Tour de France. We denken ook na over onze B&B, want de anderhalvemetersamenleving duurt nog wel een tijd. We zullen ons moeten aanpassen. Dat kan bijvoorbeeld door ontbijt op de kamers te serveren en zo. De kamer zijn gelukkig groot en we hebben overal zitjes. Dag voor dag en terug in de tijd Martijn kan beter met deze tijd omgaan dan ik, omdat hij er goed in is zich te richten op dingen waar hij invloed op heeft. Mij helpt het om steeds te denken: dag voor dag, stap voor stap, ook aan deze tijd komt een eind. En ik schrijf ik veel. Ik blogde al over Normandië en ben gestart met een lockdowndagboekje. Als ik buiten een boer op zijn tractor zie, moet ik altijd direct aan het gedicht ‘En de boer, hij ploegde voort’ (Ballade van den boer) denken. Geen mooi gedicht, vind ik en ik ben ook helemaal niet religieus. Maar wat mij erin aanspreekt, is het oude ritme van het platteland. Wat er ook gebeurt, de boer gaat gewoon door met zijn werk zoals hij dat al honderden jaren doet. Dat vind ik geruststellend. Het enorme gereis naar verre regio’s gaat voorbij, want dat kan straks niet meer zo gemakkelijk denk ik. Wel jammer, niet per se slecht. We leren weer hoe we moeten aarden op de plek waar we zijn. Bevoorrecht op het platteland Op mezelf teruggeworpen worden vind ik ook wel een leuk soort uitdaging. Zo van ‘dit is de nieuwe realiteit, kijk maar wat je ermee doet’. Hoe kan ik flexibel genoeg zijn om in deze realiteit mee te gaan? Dat weer leren, vind ik echt leuk. En ik vind het heerlijk om te werken in de moestuin. Daar ben ik vorig jaar mee begonnen en het gaat nu al beter, ik heb al veel geleerd over wat wel en niet werkt. Ik hou ook van koken en bakken en ben allemaal nieuwe dingen aan het leren. Daar heb ik nu alle tijd voor. Zuurdesem bijvoorbeeld. Omdat gist overal is uitverkocht maak ik een eigen zuurdesemstarter, dat vind ik best lastig. Na tien dagen heb ik er nog maar nauwelijks leven in weten te krijgen, ik had er niet goed genoeg voor gezorgd. Echte zuurdesembakkers geven hun starter een naam. De mijne heet Thierry, naar Thierry Baudet, want die heeft vast vroeger ook te weinig liefde gehad. Online zoek ik naar tips om beter voor hem te zorgen. Kortom, ik verveel me eigenlijk nooit. Ik voel me bevoorrecht dat ik op het platteland woon. Ik ga nu de kippen even voeren.
0 Comments
Leave a Reply. |
Copyright © 2020