Aan het woord is: Jan-Jaap van Peperstraten (42), priester en pastoor in Alkmaar en een paar omliggende dorpen. En, zoals hij op zijn Twitteraccount schrijft, is hij hoopverlener. ![]() Ik ben een paar jaar actief op Twitter (@jjvpeperstraten) en ik blog. Mijn volgers vroegen of ik mijn diensten wilde gaan streamen toen ik ze niet meer in de kerk kon geven. Maar er werden diensten op televisie uitgezonden, dus ik vond het niet zo nodig. Toen de vragen een paar weken later nog bleven komen, heb ik m'n tanden op elkaar gezet en ben ik gaan hannesen met mijn mobiele telefoon. Nu geef ik een week of vier diensten via Facebook. Het is wat behelpen, maar voorziet in een behoefte, ik krijg er veel positieve reacties op. Mensen vinden het fijn wekelijks iets van de eigen kerk terug te zien. Doordat ik vanwege mijn activiteiten op sociale media breed publiek heb en veel opvang, juist ook in crisistijd, kan ik dicht bij de belevingswereld blijven. En ik spreek kort en deel mijn preek op in drieën met een rode draad, dat maakt het begrijpelijker. Ik vertel bijvoorbeeld over het Evangelie waarin Jezus zegt 'probeer je bezig te houden met de dag van vandaag, deze dag heeft genoeg aan eigen kwaad'. Het is nergens voor nodig om je druk te maken over wat er in de toekomst moet gebeuren. Zo hou je het behapbaar. Drukst met ziekenzalvingen en uitvaarten Het drukst ben ik in de laatste weken met ziekenzalvingen en uitvaarten. Alkmaar is niet het epicentrum van corona, maar we hebben wel te maken met ruim tweemaal zoveel overlijdens als gewoonlijk. In de afgelopen jaren heb ik honderden keren aan een sterfbed gestaan en uitvaartdiensten geleid. Elk sterfbed is verdrietig, er zijn weinig mooie sterfbedden. Ik ga er wel eens mopperend heen, maar ik kom nooit mopperend terug. Het is heel dankbaar om te doen. Dat doe ik in het moment, ik kan terugvallen op veel ervaring, pas achteraf denk ik er over na. Als iemand met corona te hard achteruit gegaan is en zalving niet meer mogelijk is, geef ik de absolutie (het vergeven van zonden) vanachter glas. Ligt iemand met corona op sterven en kan ik wel het sacrament geven, dan word ik ter bescherming eerst helemaal ingepakt en krijg ik een masker op. Dan ga ik een verzegelde kamer binnen, wetend dat er iemand ligt met een dodelijk virus. Ik laat dat besef volledig los en doe wat ik moet doen, ik wil het 'monster' er helemaal buiten laten. Ik houd het altijd kort aan een sterfbed, want doodgaan is erg vermoeiend. Nu moet ik de gebeden nog korter houden, omdat het met een masker veel moeilijker praten is. Ik krijg niet genoeg adem om lange zinnen uit te spreken én geconcentreerd te blijven. En normaliter ben ik in gewaad duidelijk aanwezig in mijn rol. Nu komt er zeg maar een marsmannetje binnen dat mompelt dat hij de pastoor is. Ik ben er nog niet uit hoe ik daar vorm aan kan geven. Dat is echt zoeken. Waardig afscheid in een halfuur De voorbereiding van een uitvaart moet nu vaak telefonisch gebeuren. Dat vind ik moeilijk, want het is vaak een emotioneel gesprek, zeker als iemand vrij snel na ziek worden is overleden. Bij een uitvaart mag alleen de naaste familie nu in de kerk zijn en de dienst mag maximaal een halfuur duren. Ervoor zorgen dat het in die beperkte tijd toch een mooi en waardig afscheid wordt, vraagt veel ervaring. Op basis van die ervaring kan ik snel schakelen. Ik zie snel wat ik kan schrappen en wat belangrijk is om op in te zoomen. We schakelden in het begin voor overleg ook wel telefonisch met collega's, want sommige vormen en gebeden konden we van elkaar overnemen. Maar ieder heeft ook een eigen stijl en smaak. Meestal schrijf ik gebeden toch zelf, omdat ik woorden van een ander vaak niet bij mij vind passen. Ik leg de nadruk toch nét ergens anders. Nieuwe dagplanning Door de coronatijd ziet mijn doordeweekse dag er heel anders uit. Normaal gesproken ging ik na het ochtendgebed de deur uit om in een omringende parochie een viering te verzorgen en bij te praten met diverse mensen. Zo hoor ik bijvoorbeeld bij wie het goed zou zijn als ik er eens langs zou gaan of even bel. 's Middags ging ik andere vieringen voorbereiden. En ik had één of twee uitvaarten per week. 's Avonds was ik aan het vergaderen. Ook nu sta ik om 7 uur op. De ochtend houd ik vrij voor studie. Mijn vak bijhouden heb ik de laatste vier jaar schandelijk laten liggen. Ik heb meters aan vakliteratuur door te nemen. Daar kom ik nu aan toe en ik ben er heel geconcentreerd mee bezig. Tussendoor kan ik worden opgeroepen voor een zalving of uitvaart. Als ik daarvoor word gebeld, valt alles uit m'n handen. 's Middags bereid ik vaak uitvaartvieringen voor. De vergaderingen zijn weggevallen, ik heb opeens vrije avonden. Ik kan me niet herinneren die veel gehad te hebben. Voor mijn plezier lees ik graag biografieën, niet alleen over geslaagde levens maar ook waar mensen flink in mislukken, ik vind dat troostrijk. Op Goodreads zet ik mijn boekrecensies. Een mooie vond ik bijvoorbeeld de biografie over de Engelse dichter Basil Bunting. Zorgen over weerbaarheid van mensen Ik maak me wel zorgen over de weerbaarheid van mensen in deze tijd. Door verhalen via via en op sociale media merk ik dat veel mensen labieler zijn dan normaal, de draad een beetje kwijt zijn. Ik spreek veel mensen die zich niet senang voelen, omdat ze niet zo productief zijn als normaal. Ik had voor mezelf in de eerste coronaweken gesteld dat het goed was als ik op vijftig procent draaide. Nu zit ik op zo'n zeventig procent en op een stijgende lijn. Ik leef bij de dag. Eerst was 28 april genoemd dat er versoepeling zou komen, toen 1 juni, maar ik zie de kerkdiensten dan eerlijk gezegd nog niet starten. Dus ik heb vooruitkijken helemaal losgelaten. En ik heb een nieuwe dagorde opgepakt. Voordat ik die dagplanning had, zat ik twee weken in een tijdsmoeras, een vormeloze tijd waar ik geen grip op had, ik merkte geen verschil meer tussen ochtend, middag en avond. Ik houd me nu zoveel mogelijk aan mijn dagorde, zodat ik kan terugkijken op een zinvolle dagbesteding. Dat raad ik anderen ook aan. Ik kan me wel goed voorstellen dat het voor jongere parochianen en mensen die ineens van honderdtwintig kilometer per uur naar complete stilstand in hun werk gaan, een moeilijke bocht is. Zeker als je gevoel van eigenwaarde afhangt van werk. Dat doet me denken aan de situatie van mensen die ernstig ziek worden en ineens alleen nog maar bestaan, zijn. Zij komen vaak terecht in een crisis van zingeving. Ze vragen dan “wat betekent mijn leven nog?” Voor die mensen ben ik beschikbaar. Die mensen zoeken ook contact. Controle loslaten Er zijn mensen die uren achtereen coronanieuws kijken en zich veel bezighouden met ziekte-, opname en sterftecijfers. Het is een normale houding om als betrokken burgers mee te kijken en onze mening te hebben. Maar in extreme situaties zoals nu kunnen we niet over de schouders van instanties meekijken en alles in detail volgen. De situatie wordt er niet beter van, we hebben geen grip op wat het virus doet. Die drang om controle te hebben moet je echt loslaten, anders gaat het je volledig beheersen. Ik heb het ook moeten doen. Dat ging makkelijker dan ik dacht. Wat ik zelf doe, daar heb ik controle over. Ik kan elke dag iets zinnigs doen voor een ander of voor mezelf. Daar word ik ook blijer van. Dat kan alleen als je je hoofd een beetje vrijhoudt. Als je in de afgrond blijft staren, ontzeg je jezelf die mogelijkheid. Ik krijg ook DM-berichtjes op Twitter van mensen die bang zijn, zich klem voelen, bang zijn voor complottheorieën rondom 5G of andere buitenissige ideeën. Ik snap het wel, ik wil het niet veroordelen. Maar als je de greep op jezelf kwijtraakt, kan het hard gaan. Behoefte aan zin en betekenis Ik bied verlichting. Ik los de situatie niet op, maar kan het wel draaglijker maken. Veel dingen gaan nu niet volgens plan en dan reageren sommige mensen heel primair. Daarmee leren omgaan vraagt veel geduld en ik neem de emoties waarmee ik geconfronteerd word niet persoonlijk. Dan is het voor mij te overzien. Want ik ben ook een mens, ik voel me niet anders dan anderen in deze sterk veranderde wereld. Ik kan er echter op een andere manier in staan omdat ik een professionele rol heb waarin ik altijd bezig ben met de gevoelens en het gedrag van de mensen om mij heen. Dat gezegd hebbende: ik ben soms ook van mijn à propos en heb nog geen volledig evenwicht gevonden. Ik stimuleer mensen om niet te veel over doemscenario's na te denken. Mensen hebben behoefte aan zin en betekenis. Als je het al gewend bent om te zien naar anderen en ook vanuit een optimistische houding kunt kijken naar mogelijkheden die je hebt, dan is in deze tijd leven iets gemakkelijker. Als je dat niet al doet, zijn bijvoorbeeld complottheorieën over 5G makkelijker te consumeren. Ook een complottheorie geeft een soort zin en betekenis, maar in negatieve zin, je leven wordt er niet beter van. Vijf fasen van rouw Ik heb erg het gevoel dat de irrationaliteit die we nu bij mensen zien, een vorm van rouwgedrag is. Ik herken de eerste drie van de vijf fasen van rouw die psychiater Elisabeth Kübler-Ross beschrijft. Het begint met ontkenning ('het is maar een griepje, dat gedoe allemaal', 'het verandert mijn leven niet, wat er ook gebeurt' of geloven in een wondermiddel tegen corona). De tweede fase is woede (corona is allemaal de schuld van...), gevolgd door de derde fase, marchanderen. Maar je kan niet onderhandelen met een virus. Die fases zijn allemaal tactieken om greep te krijgen op iets waar we geen greep op hebben. We zijn definitief dingen kwijt door deze coronatijd. We hebben overledenen, mensen krijgen gezondheidsproblemen, verliezen werk, of hun huis. Waar ik echt benauwd voor ben, is de vierde fase van rouw: depressie. Ik ben bang dat er wel eens velen het massaal kunnen gaan opgeven. Mensen die zich dan compleet verlamd voelen, niet meer hun bed uit komen vanwege rouw om het verlies van hun naasten, hun baan, toekomst, bedrijf. Ik heb graag ongelijk, maar zie het wel gebeuren. Dat gaat heel moeilijk zijn. Daar moeten we ons ook op voorbereiden. Want we kunnen pas verder als iedereen mee komt, iedereen moet weer perspectief krijgen. Dat vraagt om een collectief proces van de schouders eronder zetten. Een proces waarin we mensen niet meer afrekenen op de vraag of ze wel of geen succes hebben, zoals we dat hiervoor altijd hebben gedaan. Corona is iets dat je succes vernietigt ongeacht of je je wel of niet je best hebt gedaan. Ik hoop dat we in de toekomst anders om zullen gaan met zaken als succes of ongeluk. Dat je je je niet overbodig gaat voelen als je geen succes hebt, maar dat je voelt dat er altijd toe doet, dat je waardigheid niet ligt in wat je allemaal presteert. Als samenleving en als kerk is het van belang dat we een plek bieden voor iedereen, gewoon zoals je bent, juist ook als je depressief bent. Het gaat erom dat we ons niet op prestaties richten, want echt presteren doen nu alleen de mensen in de zorg, regering en andere vitale beroepen. Voor alle anderen geldt: hoe kan ik vanuit een positieve houding mijn leven en dat van anderen zo zinnig en waardevol mogelijk maken? En daar zul je ook van leren. De vijfde fase is de acceptatie. Verlies heeft dan een plek gekregen. Het litteken blijft, maar je kunt verder met leven. Er komen dingen voor ons verlies terug. Maar dan zijn we jaren verder. Over een aantal jaren kunnen we terugkijken hoe corona onze samenleving heeft veranderd. Er is de wereld voor en de wereld erna.
0 Comments
Leave a Reply. |
Copyright © 2020