Aan het woord is: Natascha Beets (54), zij woont met haar man in Haarlem en werkt als managementassistent op een basisschool in Aerdenhout. Sinds de eerste nieuwsberichten over corona heb ik verschillende stadia doorlopen. Op het moment van de uitbraak in China dacht ik nog ‘wat een gedoe over een griepje, er gaan wel vaker mensen aan dood’. Toen echter het hele land platging, realiseerde ik me ‘jeetje mina, dat doen ze niet zomaar!’. Het kwam steeds dichterbij en uiteindelijk kwamen we terecht in een intelligente lockdown waarbij ook de school gesloten werd. Ik heb in de eerste weken veel radio geluisterd en op social media kwam ik allerlei verhalen en complottheorieën tegen. Omdat ik me niet mee wil laten zuigen in allerlei verhalen en zeker niet in angst, volg ik alleen nog het hoogstnoodzakelijke. In die eerste weken was het voor mij als hoogsensitief persoon ook behoorlijk heftig om naar buiten te gaan. Ik voelde de angst van anderen en kwam soms zelfs thuis met pijn op mijn borst. Ik heb inmiddels geleerd om me daar meer voor af te sluiten, onder meer door iedere morgen te mediteren. Ook heb ik een timer gezet waarmee ik mezelf ieder uur even herinner om een hartademhaling te doen en een healing prayer (mantra) op te zeggen. School als spinnende kat in het zonnetje In de eerste twee weken van de lockdown was alles in school erop gericht de lessen door te laten gaan. De leerkrachten en directie hebben keihard gewerkt om dat (digitaal) voor elkaar te krijgen. Voor mij leek er juist even minder te doen te zijn, wat nogal nutteloos aanvoelde. Totdat ik me bedacht dat er nog genoeg klussen lagen waar over het algemeen geen tijd of geld voor beschikbaar is. Ik ben schilderwerk in het schoolgebouw gaan doen, een aantal dingen die me al lang een doorn in het oog waren heb ik, met hier en daar wat hulp, opgeknapt. Onze facilitymanager – die negen scholen beheert – heeft deze tijd aangegrepen om de hele school van buiten te laten opknappen en schilderen. Het charmante oude gebouw ziet er nu uit als een spinnende kat in de zon, alles is weer mooi. Toen het lesgeven op afstand eenmaal liep, kwam ook mijn werk weer op gang. Sindsdien ben ik weer alle werkdagen bezig op school. Met driehonderdveertig kinderen en vijfentwintig medewerkers die er elke dag rondlopen, is er altijd veel energie in het gebouw, vaak prettig en soms ook vermoeiend. Nu is het, zonder telefoontjes, ad hoc werkzaamheden, collega’s, kinderen en allerlei onverwachte zaken veel rustiger. Daardoor werk ik efficiënter. Gelukkig ben ik niet helemaal alleen, de schilders en de conciërge zijn er natuurlijk ook aan het werk en zo nu en dan komt er een leerkracht langs. Onthaasten Ik werk nu meestal tot 16.00 uur, dus ik vertrek wat vroeger dan normaal. Dan kan ik op mijn gemak met de hond gaan wandelen en eten koken. Het is een luxe om wat vroeger te kunnen eten, dat past beter bij mijn natuurlijke ritme en heb ik nog de hele avond. Voor corona sportte ik tweemaal per week, bezocht ik wekelijks een vereniging en volgde ik een cursus op de hondenschool. Toen dat allemaal stil kwam te liggen, vond ik dat zalig! Vier dingen per week betekent ook vaak haasten en ik merk dat ik het heel fijn vind om dat niet te hoeven doen. Ik ben me dan ook aan het bezinnen hoe ik na de crisis door wil gaan. Wil ik al deze activiteiten nog wel? Wat mis ik inmiddels wel en wat mis ik niet? Ik merk dat ik gelukkiger ben als ik de rust opzoek, me laat leiden door wat ik in het moment nodig heb in plaats van mee te doen in de haastmodus van de maatschappij. Ook om spontaan te kunnen besluiten wat ik ga doen zonder rekening te houden met wat ‘moet’ ervaar ik als heel prettig. Wat deze tijd voor mij bevestigt, is dat ik een heel sterke innerlijke motivatie heb om dingen te ondernemen. Ik haal zowel blijdschap als lichtheid uit mijn binnenwereld, ik heb eigenlijk maar heel weinig prikkels van buitenaf nodig om gelukkig te zijn. Tekenen, in de tuin bezig zijn, met hondje de lente natuur in, klusjes doen. Het zijn de kleine dingen die me gelukkig maken en doordat we aan huis gekluisterd zijn realiseer ik me dat nog meer dan anders. Energiefrequentie verhogen Ook voel ik me nog dankbaarder voor alles dat mooi, goed en waar is in mijn leven. Onze liefdevolle relatie, de gezondheid van mij en mijn dierbaren, inkomen hebben, in Nederland wonen. Ik besef me dan hoe gezegend ik ben. Natuurlijk leef ik mee met degenen die het financieel moeilijk hebben, mensen die in hun eentje thuis zitten en zich eenzaam voelen, mensen die alleen moeten sterven of mensen die driehoog achter wonen en met stress wat betreft werk ook nog hun kinderen moeten lesgeven. Helaas kan ik niet zo veel doen om hen te helpen. Naar mijn idee is alles energie, dus als ik mijn energiefrequentie verhoog door gelukkig te zijn en de meditaties van de I AM Academy te doen, verhoog ik ook het algehele veld van energie. Ook daarom hou ik mijn focus op het positieve. Waar je je aandacht op richt groeit en gedachtekracht manifesteert. Ik denk echt dat we zo veel meer kunnen dan we denken. Daarom wil ik bij de lichtheid blijven en me niet te veel zorgen maken over hoe het verder moet met bijvoorbeeld de economie. Wat ik mis Ik mis het ‘echte’ contact met vrienden, dus ik videobel wat vaker met ze, het is fijn om zo het contact te houden. Heel soms wandel ik met iemand op gepaste afstand. Ook mis ik mijn moeder, ze was begin april jarig en we zijn niet bij haar op bezoek gegaan. Ze woont zelfstandig en maakt elke dag een wandeling, ze vermaakt zich gelukkig prima. Met mijn verjaardag gaan we, nu de regels wat versoepeld zijn wel even bij haar op bezoek. Zonder zoenen of knuffelen. Effect van social distancing Over zoenen en knuffelen gesproken: ik hoop echt dat er na deze social-distancingperiode één sociale omgangsvorm wordt gevonden om elkaar te begroeten. In ieder geval iets anders dan die drie (zeer oncharmante lucht)zoenen. Het is ongemakkelijk en ik heb er altijd moeite mee gehad. Ik krijg het al benauwd als ik naar een verjaardag moet, de hele kring zoenen of toch alleen maar een hand? Nu is ook de knuffel er de laatste jaren nog bijgekomen, wie wil wat? Eén zoen en een knuffel? Alleen een knuffel? Twee of drie zoenen? Heel sociaal lastig allemaal. Dus één begroeting graag en alleen met heel goede vrienden een lekkere knuffel. Die anderhalve meter is trouwens voor hooggevoeligen wel heel fijn, niemand die ongevraagd je aura binnen dendert. Meer ruimte voor creativiteit Ik ben allerlei nieuwe dingen aan het leren, dat vind ik heerlijk. Zo ben ik met online tutorials het programma Illustrator aan het leren zodat ik mijn eigen illustraties kan maken. Ook maak ik mezelf het programma Artrage eigen, een schilderprogramma. Vroeger wilde ik alleen maar tekenen, maar onder druk van mijn omgeving heb ik steeds andere werkrichtingen gekozen. Mijn werk op school is superleuk, ik krijg veel energie van de kinderen en vind het fijn om een regelmatig inkomen te hebben. Dus ik zou het niet willen missen. Mijn hart ligt in creativiteit en daar heb ik nu weer ruimte voor. Als mensen mijn tekeningen zien, zeggen ze vaak ‘Je moet er iets illustratie-achtigs mee doen!’. Ik zie wel, ik teken alleen maar omdat ik er blij van word. Zo maak ik bijvoorbeeld mijn eigen ansichtkaarten. Ook ga ik de meivakantie benutten om mijn portfoliowebsite weer op orde te maken. Moeten en willen we zo verder? Naar mijn gevoel legt corona dingen bloot. Mensen die zich al eenzaam voelden, voelen zich nog eenzamer. Stellen bij wie het al niet lekker liep vechten elkaar wellicht de tent uit. Corona vraagt mensen na te denken, hoe ze verder willen leven, hoe ze willen werken. Een pas op de plaats is weleens goed. Het is nodig de verbinding met jezelf te voelen nu je minder kunt rekenen op afleiding van buiten. Een crisis zorgt ervoor dat je eerlijk moet zijn. Wie ben je als er weinig te doen is? Wat blijft er over? Niets blijft verborgen. Ook zien we hoe de natuur opbloeit, hoe schoon de lucht is. Bij ons is het nu heerlijk rustig, doordat er weinig vliegtuigen over komen. Schiphol ligt hier om de hoek en het anders constante geraas en gerommel in de lucht is best heftig. De rust hoeft niet te wennen, ik zie nu al op tegen de heropening van Schiphol. De natuur komt ook op adem nu het rustiger is. De vraag ‘moeten en willen we op deze manier verder?’ geldt niet alleen op kleine maar ook op grote schaal. Ik hoop heel erg dat deze tijd de omslag wordt naar een duurzame economie. Natuurlijk wil ik niet dat mensen werkloos raken, ik hoop wel dat meer mensen voelen dat het ook allemaal wel wat minder kan. Wat langzamer, minder consumeren, minder prikkels. Ik deed er zelf ook aan mee hoor. Heb ik al die jurkjes in mijn kast wel nodig? Ik loop al weken rond in een spijkerbroek en fleece en ik voel me er niet minder gelukkig om...
0 Comments
Aan het woord is: Hedy Koopman (47). Zij woont met haar man Marcel en twee dochters (15 en 13) in Lochem. Door het vele hersenletsel dat ze in haar leven heeft opgelopen, kan ze geen prikkels verdragen. Voor mijn ziekte was ik altijd druk. Met mijn kinderen, werk als activiteitenbegeleidster in de zorg, huishouden. En toen moest ik als gevolg van mijn hersenletsel ‘terug naar af’. Ik heb rust in huis heel hard nodig om overeind te kunnen blijven. Ons 'gewone' gezinsleven was dus al ontzettend veranderd in vergelijking met de tijd dat ik nog alles kon. Als gevolg van de lockdown is mijn prikkelarme huis ineens vol enthousiasme en gezelligheid door onze dochters die (logisch) hun draai opnieuw moeten vinden. Voor mij voelt dat als een polonaise die de hele dag om je bureau heen loopt met alle toeters en bellen die je maar kunt verzinnen erbij, en dan in standje aller hardst. Waarbij het de bedoeling is dat je dan rustig moet zien te blijven. Ook voor mijn man en dochters is het heel pittig met een vrouw en moeder die zomaar instabiel kan zijn. Stille strijd Je hoort nu vaak over het missen van sociale contacten, maar weinig over de (stille) strijd van gezinnen binnenshuis zoals de onze om deze plotselinge chaos zo rustig en (geestelijk) gezond mogelijk door te komen. Daarom vind ik het belangrijk mijn verhaal te doen. Er is ook een artikel over mij verschenen op Linda.nl. Ik zeg wel eens: hoe langer 'lang leve de lol' buiten, hoe langer deze strijd in gezinnen binnenshuis is. Ja, wij zouden alle vier zo ongelooflijk blij zijn als het gewone leven met werk en school weer een beetje doorgang kan vinden. Kleine avonturen Met de ambulante zorg heb ik afgesproken dat ik nu mijn energie stop in alleen het voelen wat mij energie kost en waar ik energie van krijg. Dat voelen op zich is al veel voor mij. Dus ik hou het bij de simpele dingen in het leven. Dan hou ik energie over om bijvoorbeeld een klein spelletje te doen of 'gewoon' met elkaar te kunnen eten ‘s avonds. Vaste prik is bijvoorbeeld dat ik met de fiets op pad te ga met onze hond Sella achter in de bak. Dan gaan we de bossen en weilanden in. Heerlijk. Ook wandel ik zeker vijf keer per dag een rondje met haar. Het is zó goed dat ze er is! Voor de kinderen is ze een vriendje om mee te spelen en te praten, maar ze 'leest' mij ook. Ben ik te chaotisch, dan gaat zij ook heen en weer lopen. Ben ik rustig, gaat zij ook liggen. Ze is een mooie spiegel. En een 'excuus' om even naar buiten te gaan op de drukke momenten. Daar komt meestal een mooi fotomoment uit dat ik direct even deel in de WhatsAppgroep van ons gezin, waarmee we elkaar de mooie tussendoormomenten laten zien. Ik vind het goed om te laten weten hoe mooi de wereld om me heen is en hoe ik daarvan kan genieten. Of om te laten weten waar ik nu weer beland ben. Toen Sella laatst naast mijn fiets mee rende, was ze me te snel en vloog ik met de fiets uit de bocht tegen een molshoop aan. Die brak de snelheid, anders had ik tegen een boom gezeten. Misschien klungelig, roekeloos, dom, maar ik kan er zo om lachen dat iets simpels als een molshoop mij en die fiets kon tegenhouden. Heerlijk, die kleine avonturen. Foto’s en video’s maken Van foto’s en ook video’s maken hield ik altijd al. Zo nu en dan kan ik nog wat maken, maar zelfs dat is lastig. Dus ik zoek de middenweg. Het focussen door de camera is een mooie oefening om me te concentreren. Ik moet wel alles in de automatische stand maken, het handmatig instellen is te intensief voor me. Dat geldt ook voor het bewerken op de computer, dat is veel te inspannend voor mijn ogen en brein. Alle vormen van schermen triggeren migraine. Daarom zit ik ook weinig op sociale media. Foto’s maken snel duidelijk waar je mee bezig bent. De mooiste of fijnste momenten deel ik via Instagram of Facebook, om zo contact te houden met mijn sociale netwerk en niet iedereen per se apart te hoeven appen. De vele appjes die ik krijg, zijn ontzettend lief bedoeld, maar voor mij vaak te veel. Als een kroelkip Iets kleins waar ik veel bewuster van geniet dan eerst, zijn bloemen. Mijn dochter Cadine werkt in een bloemenzaak en neemt wel eens iets moois mee naar huis. Ik kan me erover verbazen hoe prachtig bloemen zijn. Ook scharrel ik graag in de tuin, ik ben net onze vroegere kroelkip. Mijn doel is vaak water geven, frambozen opbinden of een dood takje snoeien, maar intussen ben ik snel afgeleid door kleine, mooie, grappige dingen in de tuin. Of ik bedenk me dat het toch wel leuk is om ergens nog een plantje te poten, zaadjes op te scharrelen of te kijken of ergens nog tomaten willen groeien. En we hebben heerlijke plekken in de tuin om me rustig te kunnen terugtrekken. Een boek lezen gaat niet, hooguit een paar krantenkoppen. De letters gaan dansen en de inhoud blijft er niet in. Luisterboeken zijn daarom ideaal voor mij. Creatief bezig zijn vond ik ook altijd al heerlijk. Ik ben ook een heel eenvoudig haakwerk begonnen. Gewoon het zitten met een koptelefoon op en dan onder nadenken de herhalende, simpele handeling verrichten, dat is fijn. De timer, mijn maatje Ik zet steeds de timer, alles doe ik maximaal twintig minuten, anders glipt de tijd weg. Als ik mijn ritme kwijtraak en word geleefd door de adrenaline om me heen, dan word ik opgeslurpt. Dan doet mijn stopknop het niet meer, totdat ik knallende hoofdpijn heb of ontplof. Dat gebeurt helaas soms, ik ben er niet trots op, ik vind ik heel naar. De stand is nu 'rode magneet', dus ik stop, ik ga weer even liggen. Liset van Dijk (54) woont in Amsterdam. Zij werkt drie dagen per week als onderzoeker bij het Nivel, Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg. Zij doet daar met name onderzoek naar geneesmiddelen. Daarnaast geeft zij als bijzonder hoogleraar farmaceutisch zorgonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) twee dagen per week les aan apothekers in opleiding. Ruim zes weken geleden zou ik naar Groningen gaan. Ik was toen verkouden. In Noord-Brabant gold al het advies dan niet te reizen en mijn collega’s zeiden ook ‘kom maar niet’. Sindsdien werk ik thuis, want de RuG besloot al snel, na Maastricht en Leiden, om als universiteit helemaal dicht te gaan. Ik vond het in het begin even wennen, vooral ook het videobellen met een groep. En ik moest mijn hele agenda omgooien. Sommige vakken kunnen wel online verlopen, maar stage lopen is nu niet mogelijk. Ik vang studenten op door ze nu een ander keuzevak te laten doen, zodat ze volgend jaar weer door kunnen met stages.
Voor studenten is dit ook een enorme aanpassing. Ik vind het heel leuk om te merken dat ze weinig klagen. Ze passen zich goed aan en leveren alles op tijd in. Een collega van mij gaf voor eerst een online hoorcollege. Een studente schreef in de chat die op het scherm meeliep hoe goed de docent dat deed. Heel directe feedback, zo mooi. Ik ontdek ook nieuwe kwaliteiten van studenten. Ik zit in de werkgroep presentaties en die verlopen nu ook online: studenten maken filmpjes. Dan moet je dingen soms net anders doen dan wanneer je voor een zaal presenteert. Sommigen doen dat verrassend goed. Eentje leek wel Freek Vonk, zo begrijpelijk als hij de winterslaap kon uitleggen, en zo enthousiast en overtuigend. Ik zag hem wel een populair-wetenschappelijk programma presenteren. Veel extra geregel Mijn werk als onderzoeker was in de eerste weken ook hectisch. Ik was van alles aan het omgooien, het was veel geregel, al hadden sommige collega’s nog meer te doen. Normaliter doen we bij het Nivel onder meer onderzoek naar griep om een vaccin voor het volgende jaar te kunnen maken. We werken daarvoor samen met veertig huisartspraktijken, die wangmonsters nemen om griep te testen. Maar huisartspraktijken werden anders georganiseerd: de ene ging zich puur richten op COVID-19, de andere werd juist gesloten voor patiënten met (een vermoeden van) COVID-19. Voor ons werd het een enorme uitdaging om voldoende monsters binnen te krijgen voor het onderzoek naar griep. In jaren niet zo uitgerust Nu ik mijn draai heb gevonden met het thuiswerken, vind ik het heel prettig. Met al het reizen voor mijn werk was het altijd behoorlijk rennen en vliegen. Ik heb me in jaren niet zo uitgerust gevoeld doordat ik nu al zes weken thuiswerk. Voorheen rende ik na mijn werk nog om 20 uur een supermarkt in, nu kan ik tussen de middag of om 18 uur boodschappen doen. De was deed ik altijd in het weekend, nu kan ik op de dag de machine aanzetten en ook tussen mijn werk door de was even ophangen. Ik heb nieuwe routines gekregen. Wat mij betreft ga ik niet terug naar vijf dagen per week reizen. Voorlopig kunnen we ons gebouw van de RuG niet in, want daar worden mensen getest op COVID-19; het ligt aan de achterkant van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ik verwacht daarom misschien wel tot september niet in Groningen te komen. Ook naar Utrecht kan ik niet zomaar, omdat ik net als mijn andere collega’s altijd met het OV reis. Nieuwe dingen ontdekken in de buurt Ik houd niet van gymoefeningen doen. Dansen vind ik wel leuk en dat doe ik nu elke avond een halfuur met de gordijnen dicht. En sinds een week wandel ik elke dag een stukje door de Dapperbuurt in Amsterdam-Oost, waar ik vijftien jaar woon. Het is in het levendige buurtje nog steeds druk op straat, maar de meesten houden zich wel aan de anderhalve meter afstand. Ik zie steeds nieuwe dingen, omdat ik voorheen nooit de tijd nam om te wandelen, ik nam altijd doelgericht alleen de hoofdstraten. Nu neem ik steeds andere zijstraten, mijn rondje is elke dag anders. En in park Frankendael bleef ik altijd aan het begin, nu heb ik het hele park doorgelopen. Het was me nog nooit opgevallen dat er zoveel bloesem was in deze tijd. Ik ontdek sowieso dat er meer bomen en groen in Amsterdam zijn dan ik dacht. En hoe kleurrijk de Indische Buurt bijvoorbeeld is. Ik leg Amsterdam in COVID-19-tijd vast door met mijn mobiel tijdens mijn ommetjes foto’s te maken. Door te fotograferen ga ik ook anders kijken. De foto’s plaats ik op Facebook. Mensen die niet in Amsterdam wonen, reageren dan met ‘wat is Amsterdam eigenlijk mooi’ en ‘dit is zo anders dan het standaardbeeld van de grachten en de Dam’. Dit weekend ben ik voor het eerst mijn wijk uit geweest door een klein stukje te fietsen en dan rond te lopen. Op de koffie met Zoom Ik vermaak me prima alleen thuis, het is een bevestiging voor mij dat ik goed alleen kan zijn. Via Zoom gaan we wel iedere zondagochtend met drie vriendinnen bij elkaar op de koffie, ik heb al via die manier geborreld en zo spreek ik eens per week een andere vriendin. Mijn zus en ik sturen elkaar elke dag een foto. Zij heeft een Eiffeltoren in huis en zet die steeds anders in beeld en ik doe dat met een tulp, ik koop bij een lokale bloemist elke week een bos tulpen. De foto’s plak ik bij elkaar, we hebben er al negentien. Wie weet kom ik ook nog wel verder met een verhaal dat ik al lang in mijn hoofd heb over drie dames waarvan er eentje verdwenen is. Ik kom er niet toe om het uit te werken, daarvoor moet ik nog meer ruimte in mijn hoofd krijgen. Wie weet. Ik ben wel nog even ongeduldig in gesprekken, ik val mensen soms te snel in de rede. Ik kan nu beter trainen om dat te veranderen. Want als we videobellen en ik heb de neiging om iets in te brengen dat ook eigenlijk niet zo belangrijk is, zet ik de microfoon op mute. Dan horen ze me niet. Ze zien mijn mond wel bewegen, maar laten me dan gewoon even gaan en praten verder met elkaar, ze denken ‘laat haar maar even kwekken’. Soms even COVID-19-vrij Normaliter wil ik nieuws over de gezondheidszorg op de voet volgen en daarom wilde ik ook alles weten over COVID-19. Hoe werkt het virus, hoe gaat het in de gezondheidszorg, wat zijn de economische gevolgen, wat zijn de diverse meningen. Maar ik werd zo depressief van het nieuws, dat ik er bewust iets meer afstand van heb genomen. Af en toe neem ik even een middag of een avond COVID-vrij. Dan lees ik de volgende ochtend wel de blog van NRC of NOS. Gevolgen voor andere zorg Het ging me ook wat tegenstaan dat zovelen over elkaar heen duikelen met onderzoeksideeën wat betreft COVID-19. Ik zie wel dat er enorme kansen liggen voor onderzoek, omdat het virus uniek is en ook de lichamelijke en menselijke reacties. Ik wissel er onderzoeksideeën over uit, maar met reserve. Ik heb besloten me vooral te blijven richten op de onderzoeksonderwerpen waar ik altijd al mee bezig was. De manier waarop mensen middelen innemen, therapietrouw, daar ligt mijn hart. En ik wil me richten op de gevolgen die alle aandacht voor COVID-19 heeft voor de andere zorg, want er is steeds meer roep in de gezondheidszorg om ook daarnaar te kijken. Er komen bijvoorbeeld geneesmiddelentekorten aan. Wat gaan die betekenen en hoe kun je ze voorkomen? En een hele belangrijke: wat gebeurt er met de uitgestelde zorg? Het verontrust me dat we nu maar de helft van het gewoonlijke aantal kankerregistraties zien. Sinds kort houd ik me ook bezig met de paramedische zorg, zoals fysiotherapie. Soms kan de paramedische zorg via videobellen doorgang vinden, maar we krijgen straks te maken met een inhaalslag. Hoe gaan we dat doen? We hebben daar wel mooie databronnen voor. Verder zien we bijvoorbeeld een toename aan het gebruik van slaapmiddelen. Daardoor neemt het risico op verslaving toe. Dat signaleren vind ik belangrijk. In de Verenigde Staten is angstmedicatie flink toegenomen. Ik wil kijken of dat in Nederland ook toeneemt. Positief staartje Een interessante ontwikkeling vind ik daarnaast dat COVID-19 ons ertoe zet gebruikelijke processen in de zorg tegen het licht te houden. In vliegende vaart hebben apothekers hun logistieke processen moeten aanpassen om medicijnen rond te gaan brengen. Er is nu noodzakelijkerwijs ook veel meer samenwerking in de zorg ontstaan. Ik hoor al wel dat er gezegd wordt ‘dat blijven we voortaan zo doen’. Dus ik ben benieuwd hoe de zorg gaat veranderen. Ik ben ook blij dat er veel meer nagedacht wordt hoe nodig het is om fysiek bij elkaar te komen voor medische congressen. Ik vind het heel naar dat COVID-19 zo’n enorme klap is voor mensen die er bijvoorbeeld onzeker van worden en hun inkomen verliezen. Het is tegelijk een tijd die ons tot nadenken zet wat we echt belangrijk vinden in de samenleving, onze manier van leven en de economie. Ook dat zie ik als een positief staartje aan deze toestand. |
Copyright © 2020